dinsdag 31 maart 2015

'Zoekt en Gij zult vinden', is dat waar?

Iedereen zal het erover eens zijn dat elk mens gewoon gelukkig wil zijn. We zijn dan ook en masse op zoek naar geluk met een hoofdletter. Wat is dat 'gelukkig zijn'?  Nu zal iedereen er wel een andere betekenis voor hebben en toch denk ik dat geluk voor iedereen ook vrijheid omvat. Vrij om te leven.

En voor iedereen komt er een moment dat je je dat realiseert en dan begint de tocht..We beginnen met minder stress in ons leven te zoeken, ander werk, meer vrije tijd. Rust en ontspanning. We zoeken het in meditatie, of muziek of sport. Soms verandert dit zelfs in een spirituele Zoektocht. Toch is het verbazingwekkend waarom we op Zoektocht zijn...en met zo velen. De zoektocht naar Geluk, of vrede of liefde. De een noemt het God, de ander de weg naar het Hart. Laatst verzuchtte een vriend van mij: ik wil gewoon helemaal 'niets'..ik ben op zoek naar 'niets'.  Dat 'niets' klinkt misschien wel wat ongedefinieerd, maar anderszijds omvat 'niets' ook alles en klinkt het immens en ruim, rustig en vrij. Grenzeloos.

Nu is het fenomeen 'zoeken' best interessant. Iedereen is wel bekend met het spelletje verstoppertje spelen. Welk kind kent dat niet?. Bij velen zelfs een favoriet spelletje. Het spannende van verstoppertje spelen, is vooral het niet gevonden worden. En de zoektocht is misschien nog wel het leukst. De spanning houdt ons alert en geeft ons een gevoel van verwachting.We zijn in de ban van het zoeken en niet vinden. Misschien zelfs een doel op zich? Als je de verstopte persoon vindt of als je gevonden wordt, is het spel over. Is het klaar. Dat is het gevoel van verwachting voorbij en daarmee de lol over. Dan willen we opnieuw zoeken en begint het spel van voren af aan. Zonder ooit bij buut te komen. Een vicieuze cirkel en als je erover nadenkt, is het een lachwekkend tijdverdrijf dat misschien wat ontspanning, maar zeker geen bevrediging geeft. Uiteindelijk raken we verveeld en vermoeid.

Dit zit zo diep in ons geheugen en in onze cellen opgeslagen dat zodra we iets gaan zóeken, we dit direct associëren met liever niet vinden. Zo werkt dit gewoon. Het is zo simpel. Dus die Zoektocht - spiritueel of niet - is een hele grote verleiding en afleiding.

Wat gebeurt er als we het Vindtocht noemen? En niet alleen nóemen, maar ons helemaal resetten en grijpen wat er direct voor onze neus is? En ook al gaat dat niet 1, 2, 3...we hoeven toch niet te wachten tot we bij 'tien' zijn en de waarschuwing krijgen 'wie niet weg is, is gezien'? Waarom niet direct doorgaan naar buutVrij en dan eens zonder je adem in te houden, maar ademloos het Leven inademen, het geluk ervaren en vrij zijn?

Van Zoektocht naar Vindtocht.





maandag 30 maart 2015

verdriet



verdriet
heeft ook zijn plek in mijn bestaan.
dan stromen er tranen
vloeiend en heet
over mijn wangen
een leeg gevoel dat zich verspreidt in mijn lichaam
een hart dat open ligt en bloedt
soms is er een aanleiding en soms ook niet
bij mij ben je welkom, klein of groot verdriet.









woensdag 18 maart 2015

De molsHoop

Afgelopen week zat ik in een voorjaarszonnetje mijmerend op een enorme berg van houtsnippers. Ik kreeg in één keer het beeld voor me dat ik bovenop een molshoop zat en bedacht me dat het leven van de mens wel een beetje lijkt op het leven van een mol.

We weten blindelings de weg in ons eigen gegraven doolhof. We vinden het wel vertrouwd om in de bekende kringetjes te vertoeven. We wroeten als een mol in de aarde, onze bezittingen verzamelend en beschermend. We rennen van hot naar her totdat we er letterlijk bij neervallen, molsHopend op een sprankje geluk. En ook al raken we soms verstrikt in de wirwar van gangen, we lopen liever vast dan dat we toegeven dat we in rondjes lopen.

Net als een mol, schrikken we van het oogverblindende licht als we een uitweg vinden. Blind voor de mogelijkheden, kansen en schoonheid van het onbekende. Snel zetten we onze zonnebrillen op of duiken zo snel we kunnen weer in ons vertrouwde holletje, ons niet bewust dat we zelf onze eigen mollenklem zetten. Sidderend van angst dat er een kans bestaat dat ons wat overkomt als we onze kop boven het mollenveld uitsteken. In gedachten hangt de schep van de boer ons als het zwaard van Damocles al boven het hoofd. Net als de mol graven we liever nog een stukje verder of slikken een paracetaMolletje tegen de pijn.

Toch blijft die uitweg trekken.

En wát als we de beslissing nemen die uitweg te nemen? Weg uit ons doolhof, weg uit onze vertrouwde maar o zo beperkende omgeving? Wát als we onze oogkleppen afzetten en met open vizier de wijde wereld in blikken? Wat als we nu gewoon de weg naar het licht gaan? De modder en de aarde tegelijk met onze angst en gereserveerdheid afschudden?

Genietend zit ik daar bovenop mijn molshoop. Met een blij gevoel in mijn hart rust ik in het zonnetje: van molshoop naar molsvertrouwen.