Er was eens een vrouw, die het wasgoed verzorgde voor een
heleboel mensen.
Stapels wasgoed lachten de vrouw elke keer weer tegemoet. Onvermoeid sorteerde
ze de bonte, de witte en de fijne was en vulde machine na machine. De natte was
werd netjes aan de lijn gehangen en de droge was vormde keurige stapeltjes, die
door iedereen weer werd opgehaald. De éne was was nog niet klaar of de volgende
stapel vormde zich al. Geen begin en geen einde.
Op een goede dag liep de vrouw met de schone was richting de waslijn en op haar
weg liep een klein meisje, dat eruit zag als een elfje. Het blonde meisje
stapte vol aandacht en met een serieus gezichtje heel langzaam voetje voor
voetje vooruit. Ze keek niet op of om.
De vrouw stond even stil en groette het meisje en vroeg haar: 'Waar ga je naar
toe, kleine meid?'
Verbaasd, alsof die gekke wasvrouw nu echt niet wist waar ze naar toe ging,
reageerde ze een tikje ongeduldig: 'Ik ben onderweg naar nergens!'
'Aha', zei de vrouw en viel even stil, 'Waar is dat? Nergens?'
'Nou gewoon....nergens!' en geconcentreerd liep het meisje verder.
De wasvrouw boog voor zoveel wijsheid: 'Ach ja natuurlijk! Een kind kan de was
doen...'