Haar smalle schouders beginnen te schokken, een rilling loopt over haar gebogen rug. Ze vouwt haar trillende handen voor haar ogen en huilt. Tranen met tuiten. Ik kan alleen maar mijn armen om haar heen slaan en een van haar rusteloos fladderende handen vasthouden. Ze heeft verdriet. Ze zegt het, ze maakt me deelgenoot van haar pijn, van haar twijfel, van haar angst en van haar eenzaamheid. Ook mijn ogen vullen zich met tranen.
Ik heb dit niet vaak meegemaakt: mijn moeder die huilt. Natuurlijk heb ik haar wel eens in een verdrietige bui meegemaakt, maar al snel veerde ze dan op, snoot haar neus, rechtte haar rug en sprak de woorden: 'Zo, nu ben ik wel weer bij de les'. Maar nu is haar verdriet van een andere orde. Dit gaat over eenzaamheid. Nu is er de eenzaamheid van de jongste telg van een groot gezin, een grote familie, die alleen achterblijft.
Mijn sterke moeder van 85, die nog steeds voor mijn dementerende en bedlegerige vader zorgt. 'Hij gaat nu snel achteruit', merkte de dokter op. Weinig woorden, die de lading niet dekken. Dit achteruitgaan, is een wereld van verschil voor mijn moeder. Dementie en de fysieke verzwakking van mijn vader heeft een gat geslagen in de weg die ze samen lopen, soms een goede en soms een slechte weg, maar in elk geval toch sámen. Het besef dat de weg van het leven nog wel wordt gelopen, maar niet meer zoals ze gewend waren, niet meer helemaal samen, begint langzaam tot haar door te dringen. Het raakt een eenzaamheid, die tastbaar is.
Mijn gedachten dwalen even af naar een moment in het verleden dat ik huilend op de rand van mijn bed zat en dat één van mijn dochters haar armen om me heen sloeg en - eveneens in tranen - zei: 'Mama, ik wil niet dat je huilt'. Toen huilden we ook even samen, waarna we knuffelden en weer doorgingen. Zo zit ik nu met mijn moeder. Ze propt een verkreukeld papieren zakdoekje precies onder haar bril om haar ogen te drogen en het zakdoekje blijft pardoes hangen. Het is zo'n grappig gezicht dat ik in de lach schiet. Door haar tranen heen begint ook zij te lachen. Stilletjes zitten we nog even bij elkaar. zonder woorden, hand in hand. Ook dit moment gaat weer over en ik voel hoe ze haar rug recht, iets opveert, haar neus snuit en de woorden prevelt: 'nu ben ik wel weer bij de les'.
Bij welke les we nu zijn aangekomen, weet ik niet, maar dat bij deze les hoort dat ze overeind veert, mijn hand pakt en we samen een glas wijn drinken, geeft een gevoel van verbinding. De eenzaamheid smelt in saamhorigheid en alleen maar samen zijn.
zondag 21 januari 2018
Code Rood? Mis 'm niet!
Afgelopen week gaf het KNMI 'code rood' in verband met de storm die over ons
kikkerlandje raasde. 'We konden maar beter binnen blijven'. Beetje lastig met drie
honden dus in de vroege ochtend begaf ik mij naar het bos. 'Als ik jou was, zou
ik niet naar het bos gaan met die storm', klonk de waarschuwing van mijn man,
maar de woorden bliezen het éne oor in en het andere uit. Voorzichtig herstellende van de griep waagde ik me toch naar buiten.
In het bos was het een kabaal van jewelste. De wind zong met een zware bariton door het bos, de bomen kraakten en zuchtten onder de kracht van de wind. Mijn oudste hondje legde na drie stappen haar oren tegen haar koppie en met haar staart tussen haar benen, cirkelde ze zenuwachtig om mijn benen. Af en toe angstig naar mij opkijkend met in haar blik de dringende vraag: 'Kom vrouwtje, zo is het wel weer goed! We gaan naar huis'. Naar haar kijkend herinnerde ik me de 'code rood' en de waarschuwing van mijn man. Het gevoel van 'ik laat me niet gekker maken dan ik al ben' veranderde langzaam in een beklemmend gevoel. 'Leek het nu zo of zwol het geluid van de storm nog angstaanjagender aan? Kraakte die ene tak nu net precies boven mijn hoofd?'. Gedachten stormden mijn hoofd binnen: 'Wat als ik onder een boom kom? Heb ik wel mijn telefoon bij me? Zo meteen komt één van de honden onder een boom?'. Ik ervoer duidelijk dat de éne na de andere paniekerige gedachte voorbij kwam rollen en ook mijn lichaam kwam in een fight or flight modus. WOW! Dit was een Code Rood...niet buiten, maar binnen!
En op dat moment verschoof er iets. Mijn aandacht richtte zich als vanzelf op de boomtoppen, die dansten in de wind, sterk en flexibel. Een duif zweefde moeiteloos van de ene tak naar de andere. Twee zwanen lieten ontspannen hun ranke hals diep in de bodem van de vijver verdwijnen en de kolossale hooglanders in de wei graasden gestaag door. Ook mijn twee andere honden leken zich van geen storm bewust en snuffelden op hun gemakje rond. Bijna verbaasd aanschouwde ik de onverstoorbaarheid van de natuur en als vanzelf ebten angstgedachten en spanning uit mijn lijf. Een beetje lacherig realiseerde ik me weer hóe de denkende mind werkt en hoe een gedachte een onmiddellijk effect heeft op het lichaam.
Als de bomen meebewegen in de wind en de dieren zich nergens druk om lijken te maken, waarom
zou ik dat dan wel doen? Met een verfriste kop zette ik de wandeling toch maar buíten het bos voort, niet vanuit angst, of vanwege een code, maar uit veiligheid.
Een gedichtje van Toon Hermans wandelde voorbij:
Muizenissen, hersenspinsels
mensen lijden aan verzinsels
maar je leert wel mettertijd
'denken is geen werkelijkheid'
Toon was zo gek nog niet. Overigens mijn man, mijn oudste hond en het KNMI ook niet.
Code Rood? Mis 'm niet!
In het bos was het een kabaal van jewelste. De wind zong met een zware bariton door het bos, de bomen kraakten en zuchtten onder de kracht van de wind. Mijn oudste hondje legde na drie stappen haar oren tegen haar koppie en met haar staart tussen haar benen, cirkelde ze zenuwachtig om mijn benen. Af en toe angstig naar mij opkijkend met in haar blik de dringende vraag: 'Kom vrouwtje, zo is het wel weer goed! We gaan naar huis'. Naar haar kijkend herinnerde ik me de 'code rood' en de waarschuwing van mijn man. Het gevoel van 'ik laat me niet gekker maken dan ik al ben' veranderde langzaam in een beklemmend gevoel. 'Leek het nu zo of zwol het geluid van de storm nog angstaanjagender aan? Kraakte die ene tak nu net precies boven mijn hoofd?'. Gedachten stormden mijn hoofd binnen: 'Wat als ik onder een boom kom? Heb ik wel mijn telefoon bij me? Zo meteen komt één van de honden onder een boom?'. Ik ervoer duidelijk dat de éne na de andere paniekerige gedachte voorbij kwam rollen en ook mijn lichaam kwam in een fight or flight modus. WOW! Dit was een Code Rood...niet buiten, maar binnen!
En op dat moment verschoof er iets. Mijn aandacht richtte zich als vanzelf op de boomtoppen, die dansten in de wind, sterk en flexibel. Een duif zweefde moeiteloos van de ene tak naar de andere. Twee zwanen lieten ontspannen hun ranke hals diep in de bodem van de vijver verdwijnen en de kolossale hooglanders in de wei graasden gestaag door. Ook mijn twee andere honden leken zich van geen storm bewust en snuffelden op hun gemakje rond. Bijna verbaasd aanschouwde ik de onverstoorbaarheid van de natuur en als vanzelf ebten angstgedachten en spanning uit mijn lijf. Een beetje lacherig realiseerde ik me weer hóe de denkende mind werkt en hoe een gedachte een onmiddellijk effect heeft op het lichaam.
Als de bomen meebewegen in de wind en de dieren zich nergens druk om lijken te maken, waarom
zou ik dat dan wel doen? Met een verfriste kop zette ik de wandeling toch maar buíten het bos voort, niet vanuit angst, of vanwege een code, maar uit veiligheid.
Een gedichtje van Toon Hermans wandelde voorbij:
Muizenissen, hersenspinsels
mensen lijden aan verzinsels
maar je leert wel mettertijd
'denken is geen werkelijkheid'
Toon was zo gek nog niet. Overigens mijn man, mijn oudste hond en het KNMI ook niet.
Code Rood? Mis 'm niet!