vrijdag 25 juli 2014
Jaloezie
In één keer stond ze voor mij.
Onaangekondigd.
In vol haar glorie. In vuur en vlam.
Trillend, woest, heftig en verpletterend.
Niets ontziend.
Pijnlijk en precies stak haar dolk recht in mijn hart.
Brandend, razend.
Ik was haar bijna vergeten, maar de herinnering kwam direct tot leven.
Verlammend, onredelijk, aanwezig, vurig, verscheurend.
Even voelde ik de weerstand en de projectie komen vanuit het diepst van mijn structuur, dat het toch altijd door die ander komt. De waarheid fluisterde net op tijd in mijn verlangende hart:
Wat kan ik anders doen dan haar in mijn armen sluiten?
Haar verdriet te aanvaarden en te laten smelten in mijn hart?
Haar ongebreidelde woede uit te laten razen totdat er niets meer over blijft om uit te razen?
Haar verblindende vlammen te doven in de zee van mijn tranen?
Haar lust naar macht te ontvangen in mijn machteloosheid?
Haar te aanvaarden, zoals zij is, in mij.
En toen gezien was, wat gezien mocht worden - loste ze op.
Net zo onverwachts als ze kwam.
Voor nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten