dinsdag 7 oktober 2025

Liefde als antwoord

Vanochtend vroeg werd ik wakker. Het is zeven oktober.

Twee jaar geleden vond de brute aanval door Hamas plaats. Tevergeefs sloot ik mijn ogen weer, maar de beelden van die dag kan ik nooit meer niet zien. Ze staan op mijn netvlies gegrift.

En ik weet het: niets wat ik doe of zeg, kan ongedaan maken wat er op die dag is gebeurd - en nog steeds voortduurt. Toch wíl ik iets doen. In mijn hart leeft een diepe compassie voor de slachtoffers van deze gewelddadige aanval en voor álle slachtoffers die sindsdien zijn gevallen. Ik denk aan de gijzelaars, hun familie en vrienden en aan al het leed dat uit deze terreurdaad is voortgekomen.

Ik wist niet goed hoe ik mijn Joodse medemens kon laten weten dat ik met hen meeleef, dat ik met hen mee herdenk, maar de afgelopen dagen vormde zich langzaam een plan.

En zo begon, tijdens onze vakantie, deze zeven oktoberdag met een zoektocht naar een bloemist. In ons beste Spaans legden we uit dat we zeven witte rozen wilden. De welwillende Spaanse dame verdween in haar magazijn en kwam terug met een grote doos, waaruit ze zeven mooie exemplaren koos en samenbond tot een eenvoudige bundel.

Mijn man en ik, ieder verzonken in eigen gedachten, vervolgden onze weg naar Palma. Hij had al uitgezocht waar de synagoge was gevestigd en al snel stonden we ervoor - of beter gezegd: voor een zwaar gietijzeren hek.
Achter het hek stond een al even zware houten deur op een kier.
Twijfelend of we de bloemen gewoon moesten achterlaten, belden we toch aan. Een rabbi verscheen in de deuropening en begroette ons met een vriendelijk Shalom.

Onderzoekend keek hij ons aan, zichtbaar verrast toen ik hem de witte rozen door de tralies aanreikte en uitlegde dat we in ons hart met hen zijn, hun verdriet delen en bidden voor vrede. Zijn aanvankelijk terughoudende blik verzachtte en op zijn gezicht verscheen een warme glimlach -dankbaar, bijna verbaasd over dit kleine menselijke gebaar. Hij vertelde dat hij geraakt was, dat ze weinig vrienden hebben en dat het goed deed te weten dat er nog mensen zijn die hen een warm hart toedragen. Hij nam de bloemen aan in dankbaarheid namens de gemeenschap die vandaag bijeen zou komen.

Het moment duurde hooguit twee minuten. Er werd weinig gezegd, maar de uitwisseling door de tralies heen was intens en oprecht. De rabbi, klein van stuk, richtte zich op in zijn volle lengte en zegende ons, onze familie, onze kinderen. Liefdevol sprak hij de hoop uit van vrede tussen alle mensen. Heel even leek de drukte van Palma te verdwijnen. Alsof wij de enige drie mensen waren in de hele stad. Tranen prikten achter mijn ogen. Met een stille groet namen we afscheid.

Op de hoek van de straat, nauwelijks twee meter verder, kon ik mijn tranen niet meer bedwingen. Een moment van pure onmacht en diepe ontreddering over het grote leed dat mensen elkaar aandoen en het onvermogen om te leren van het verleden, ontnam me de adem. Snikkend zocht ik troost tegen het sterke hart van mijn man.

Voor mij voelde dit kleine gebaar als een gebed in stilte.
Een manier om, midden in een verdeelde wereld, toch iets van verbinding te brengen.

Soms lijkt de wereld zo verscheurd dat woorden tekortschieten.
En toch geloof ik dat juist de kleinste daden - een bloem, een groet, een glimlach of een stil gebed - de draad van menselijkheid kunnen versterken.

Vandaag brandt mijn kaars voor alle slachtoffers, aan welke kant van de tralies zij ook staan.

Moge liefde ons ooit leren wat strijd nooit kan brengen: vrede.

 

Love is the answer

Early this morning, I woke up. It’s October seventh.

Two years ago, the brutal attack by Hamas took place. I tried, in vain, to close my eyes again, but the images of that day can never be unseen. They are engraved upon my heart.

And I know: nothing I do or say can undo what happened that day — or what still continues. Yet I long to do something. In my heart lives a deep compassion for the victims of that violent attack, and for all who have suffered since. I think of the hostages, their families and friends, and of all the sorrow born from this act of terror.

I didn’t quite know how to let my Jewish brothers and sisters know that I grieve with them, that I remember with them. But over the past few days, a quiet idea slowly began to take shape.

And so, during our holiday, this October seventh began with a search for a florist. In our best Spanish we explained that we wanted seven white roses. The kind-hearted lady disappeared into her storeroom and returned with a large box, from which she gently chose seven beautiful blooms and tied them into a simple bouquet.

My husband and I, each wrapped in our own thoughts, continued our way to Palma. He had already found where the synagogue was located, and soon we were standing before it — or rather, before a heavy wrought-iron gate. Behind it stood an equally solid wooden door, slightly ajar. Unsure whether to simply leave the flowers, we decided to ring the bell. A rabbi appeared in the doorway and greeted us with a gentle Shalom.

He looked at us with curiosity, visibly moved when I handed him the white roses through the bars and told him that we hold his people in our hearts, that we share their sorrow and pray for peace. His initial reserve softened, and a warm smile spread across his face — grateful, almost amazed by this small gesture of human kindness. He told us he was touched, that they have few friends, and that it meant a lot to know there are still people who care for them. He accepted the flowers with gratitude, on behalf of the community that would gather later that day.

The moment lasted no more than two minutes. Few words were spoken, yet the exchange through the bars was tender and sincere. The rabbi straightened to his full height and blessed us — our family, our children. With quiet love he voiced his hope for peace among all people. For a moment, the noise of Palma faded away, as if we were the only three souls in the whole city. Tears welled up behind my eyes. With a silent nod, we said goodbye.

At the corner of the street, barely two meters away, I could no longer hold back my tears. A wave of helplessness and deep sorrow washed over me - sorrow for the immense pain people inflict upon one another, and for our inability to learn from the past. Sobbing, I sought comfort against my husband’s steady heart.

For me, this small gesture felt like a prayer in silence -
a way to bring, in the midst of a divided world, a little touch of connection.

Sometimes the world feels so torn apart that words fall short.
And yet I believe that it is precisely the smallest acts -
a flower, a greeting, a smile, or a silent prayer -
that can strengthen the fragile thread of our shared humanity.

Today, my candle burns for all victims,
on whichever side of the bars they may stand.

May love one day teach us what conflict never can: peace.