We gaan voorzichtig met elkaar om en we lopen niet direct de deur bij elkaar plat. We laten elkaar volkomen vrij en weten dat we wederzijds gewaardeerd worden. Vaak wachten ze me op en soms komen ze juist als ik ze totaal niet verwacht. Het blijft altijd een spontaan samenzijn.
Het is een gevarieerde groep en de meesten begin ik nu wat beter te leren kennen. Een nogal bonte figuur is behoorlijk lawaaierig en bezitterig. Die laat niet veel anderen in de buurt komen en heeft meestal het hoogste woord. Er zit ook een kleine charmeur bij met een goddelijke stem. Hij fladdert tussen alle bedrijvigheid heen en weer en is een echte aandachtstrekker. De slimste van het stel trekt zich van niemand iets aan en is de anderen vaak te snel af.
Er is ook een stel dat onafscheidelijk is. Die nestelen zich het liefst samen op een stoel en kletsen dan aan één stuk door.
Soms komen ze alleen en soms met elkaar. Ze zijn sterk en toch ook kwetsbaar. Ze blijven me verrassen, maar één ding verrast me niet: ze blijven elke dag eten en ze kunnen er maar geen genoeg van krijgen.
Het mooiste van alles is, dat ze nooit klagen, ze vinden mijn dis altijd lekker, ze morsen niet en laten geen enkel spoortje achter. Ze vernielen niets, ze bederven geen pret, ze doen niemand verdriet, ze komen wanneer ze komen en ze gaan wanneer ze gaan. Ze zijn zonder eisen, zonder pretenties, zonder vragen, zonder zorgen voor de dag van morgen, zonder enige verwachting of wens. Ik mag nog veel van ze leren.
Pas na de lente nemen we weer afscheid en tot die tijd hangt onze vriendschap aan een stevig draadje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten