zondag 21 januari 2018

'ik ben weer bij de les'

Haar smalle schouders beginnen te schokken, een rilling loopt over haar gebogen rug. Ze vouwt haar trillende handen voor haar ogen en huilt. Tranen met tuiten. Ik kan alleen maar mijn armen om haar heen slaan en een van haar rusteloos fladderende handen vasthouden. Ze heeft verdriet. Ze zegt het, ze maakt me deelgenoot van haar pijn, van haar twijfel, van haar angst en van haar eenzaamheid. Ook mijn ogen vullen zich met tranen.

Ik heb dit niet vaak meegemaakt: mijn moeder die huilt. Natuurlijk heb ik haar wel eens in een verdrietige bui meegemaakt, maar al snel veerde ze dan op, snoot haar neus, rechtte haar rug en sprak de woorden: 'Zo, nu ben ik wel weer bij de les'. Maar nu is haar verdriet van een andere orde. Dit gaat over eenzaamheid. Nu is er de eenzaamheid van de jongste telg van een groot gezin, een grote familie, die alleen achterblijft.

Mijn sterke moeder van 85, die nog steeds voor mijn dementerende en bedlegerige vader zorgt. 'Hij gaat nu snel achteruit', merkte de dokter op. Weinig woorden, die de lading niet dekken. Dit achteruitgaan, is een wereld van verschil voor mijn moeder. Dementie en de fysieke verzwakking van mijn vader heeft een gat geslagen in de weg die ze samen lopen, soms een goede en soms een slechte weg, maar in elk geval toch sámen. Het besef dat de weg van het leven nog wel wordt gelopen, maar niet meer zoals ze gewend waren, niet meer helemaal samen, begint langzaam tot haar door te dringen. Het raakt een eenzaamheid, die tastbaar is.

Mijn gedachten dwalen even af naar een moment in het verleden dat ik huilend op de rand van mijn bed zat en dat één van mijn dochters haar armen om me heen sloeg en - eveneens in tranen - zei: 'Mama, ik wil niet dat je huilt'. Toen huilden we ook even samen, waarna we knuffelden en weer doorgingen. Zo zit ik nu met mijn moeder. Ze propt een verkreukeld papieren zakdoekje precies onder haar bril om haar ogen te drogen en het zakdoekje blijft pardoes hangen. Het is zo'n grappig gezicht dat ik in de lach schiet. Door haar tranen heen begint ook zij te lachen. Stilletjes zitten we nog even bij elkaar. zonder woorden, hand in hand. Ook dit moment gaat weer over en ik voel hoe ze haar rug recht, iets opveert, haar neus snuit en de woorden prevelt: 'nu ben ik wel weer bij de les'.

Bij welke les we nu zijn aangekomen, weet ik niet, maar dat bij deze les hoort dat ze overeind veert, mijn hand pakt en we samen een glas wijn drinken, geeft een gevoel van verbinding. De eenzaamheid smelt in saamhorigheid en alleen maar samen zijn.












2 opmerkingen: