zondag 22 april 2012

En moeder lacht in haar vuistje

Meestal gebeurt het iemand anders. Dat iemand struikelt of een sleutel in de put valt of en plein public een behoorlijke uitglijer maakt en dan heb je altijd moeite een glimlach te onderdrukken. Geen beter vermaak dan leedvermaak! Natuurlijk snel je te hulp en bied je een helpende hand, maar het blijft toch vaak een komisch gezicht en ben je stiekem blij dat het jou niet overkomt. Maar gisteren overkwam het mij dan.

Loop ik te balanceren met een enorme stapel boodschappen in mijn armen en aan een aantal vingers bungelen ook nog wat tassen. Ik heb er een enorme hekel aan om twee keer te lopen, dus ik ben inmiddels een Master in Boodschappen Stapelen, maar nu denk ik bijna verlangend terug aan de boodschappenkar van mijn moeder. Zij gebruikt hem al sinds ik klein ben en wat hebben mijn zus en ik haar compleet voor gek verklaard. We hebben haar vaak ronduit hartelijk uitgelachen. Niet dat zij zich daardoor liet afleiden. Welnee: zij paradeerde met opgeheven hoofd door de PC Hooftstraat op haar hakken en trok charmant langs alle winkels. Kon haar het schelen, gemak dient de mens!
Mijn armen, waar de zwaartekracht steeds harder aan trekt, denken daar ook zo over: wellicht dat zo’n kar best handig kan zijn? Precies als ik dat denk, maak ik een volledige misstap en al struikelend, verliest één tas de bodem en rolt de weekvoorraad sinaasappelen, appels en peren vrolijk over het trottoir, onder de geparkeerde auto’s en zo over de weg.  Met zwaaiende armen en rondzwiepende tassen hervind ik eindelijk mijn evenwicht. Maar goed, daar sta ik dan, stom grinnikend om mijn eigen belachelijke toestand, want mijn auto staat hooguit tien stappen van mij geparkeerd en de sleutel hangt een overgebleven vinger.

Ik heb ongevraagd de lachers op mijn hand en één passerende dame knikt me toe en zegt: ‘nou dat is lastig zeg, daar sta je dan, hè?’ en stapt vervolgens parmantig over één van mijn appels en loopt gewoon dóór. Even word ik kwaad: 'hoezo loopt dat mens gewoon door? Kan ze niet even dat ding oprapen?!??'
Ietwat ontredderd kijk ik om me heen en schat in wat ik het beste kan doen; alles laten vallen, mijn spullen verzamelen en dàn naar de auto of eerst naar de auto, mijn boodschappen erin gooien en daarna mijn waren oprapen met het risico dat er al een paar auto’s overheen zijn gereden?  Gelukkig bevinden zich onder de lachers ook nog wat charmante heren. Eén vist de sleutel van mijn vinger en opent mijn auto, de ander kruipt haast op zijn buik en verzamelt mijn biologische vitaminebommen en een lieve dame komt aangesneld met een plastic tasje. Mijn kwaadheid smelt als sneeuw voor de zon, ik bedank iedereen voor de spontane actie en kijk nog even naar de dame die zo snel was doorgelopen…en ik denk aan mijn moeder, die lacht in haar vuistje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten