Al sinds ik als klein meisje van hooguit zes jaar op de toonbank in een kledingzaak in de PC Hooftstraat in Amsterdam stond, achtervolgt het Groene Monster mij. Het Groene Monster was niet leuk, maar wat erg leuk was aan die bewuste kledingzaak, was het kleine jongetje, de zoon van de eigenaresse. Het was een vrolijk jongetje met de mooiste krullen en een prachtige donkergekleurde huid. Een echte wildebras, die helemaal niet leek te kloppen in die keurige zaak, in die keurige straat. Glenn en ..
Gwen. We hadden veel pret.We mochten samen spelen tussen de voorraad kostbare kledingstukken. De voorraad was in de kelder en ik kan nu nog het geritsel van het plastic horen als we ons ertussen verstopten, gierend van het lachen. Met stiekem geleende dure hoeden op en chique schoenen aan waanden we ons Koning en een Koningin aan een Hof vol Lol. Geen grens aan onze verbeelding, tot..
.. het moment dat ik op de toonbank werd getild en het Groene Monster aan mij werd voorgesteld: een donkergroen jurkje van ribfluweel. Afgezet met een geborduurd randje, dat naar in mijn nek prikte. Een rits, waar ik net niet bij kon, hing als een hangslot op mijn rug. Dat was allemaal nog wel om overheen te komen, maar het jurkje was net even te kort. Dat maakte dit ongetwijfeld erg schattige, trendy jurkje tot een monster, een Groen Monster.
Helaas stond het me om ‘op te vreten’ en was iedereen het daarover eens. Helaas was het de lievelingsjurk van mijn moeder en werd het al snel niet háár maar mijn jurk voor Zon- en Feestdagen. En wij hadden nogal wat feestjes en was het elke week weer Zondag. Daar was niets Zonnigs aan. Gelukkig besloot het leven mij een handje te helpen en kreeg ik een enorme groeispurt, waardoor het jurkje van te kort naar echt veel te kort ging. Helaas was mijn moeder handig met naald en draad en werd er een randje aan mijn jurkje gezet….een zwart randje. Weer een seizoen verder.
Tijdens een recente familiereünie kwamen de oude foto’s op tafel en ja hoor, daar stond ik op alle foto’s weer in het Groene Monster. En iedereen was het alweer roerend met elkaar eens: wat een enig jurkje. En ik? Ik denk gewoon aan dat lieve jongetje met die krullen in zijn haar, het samen schaterlachen en de ritselende geluiden in de kelder vol verwachtingen.
Ik denk niet meer aan mijn jurkje, ik weet niet eens wat er met het Groene Monster is gebeurd en wanneer ik hem heb afgelegd. Er prikt geen borduursel meer in mijn nek, er hangt geen slot meer op mijn rug.… en volgens mijn man zijn mijn korte jurkjes nooit kort genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten