Een diepe zucht ontsnapt aan mijn lippen. Het boek is uit. Elke 380 pagina’s heb ik verslonden. Ik ben volkomen opgegaan in het leven van een kledenknoopster uit een ver land in een ver verleden. Ik knoopte mee met haar vermoeide, eeltige vingers. Ik leefde mee, dacht mee, rilde mee en liet me overrompelen tot het bitterzoete einde. Het is een ongeschreven..
regel – en misschien wel de enige regel, waar iedereen zich zonder morren aan houdt - dat je een ander nooit het einde van een boek of een film vertelt. Dan kunnen we in één keer heel goed een geheim bewaren. We gunnen de ander de verrassingen, het onbekende en onverwachte.
Daarentegen laten we in ons ‘echte’ leven liever niets aan het lot over. We maken regels, lijstjes en protocollen, voor alles, voor iedereen. Het leven kan niet genoeg gepland worden en risico’s zoveel mogelijk vermeden. Het resultaat: Volle agenda’s en dichtgetimmerde schema’s. We halen zelfs onze lichamen door een scan, ook al hebben we geen klachten, gewoon ‘voor de zekerheid’. Welke zekerheid eigenlijk?
Waar eindigt praktisch en begint neurotisch? Waar eindigt slim plannen en begint pijnlijk inkaderen? Waarom willen we elke onzekerheid elimineren, terwijl we juist het onbekende einde van de film of het boek juist het spannends vinden? Wat houdt ons tegen om spontaan te leven en dat wat zich aandient – wat het dan ook is – gewoon te omarmen? En het Leven gewoon te Leven? Welke illusie houdt ons zo gevangen?
Misschien kunnen we eens overwegen om ons te laten overrompelen tot het bitterzoete einde?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten