Enthousiast vertelt mijn jongste zoon – inmiddels ook alweer 21 jaar – dat hij morgen op zijn stage bij de sportschool een bootcamp heeft. ‘Wat is een bootcamp, schat?’
‘Mam, daarin ga je echt helemaal dood.’
Op mijn vraag, wat ik me daar nu precies bij moet voorstellen, gaat mijn zoon er eens goed voor zitten en legt uit dat dit woord eigenlijk uit het leger komt, maar dat het een hele actieve training is, waarbij je een kei van een conditie krijgt door middel van zware oefeningen. Eigenlijk is het een buitentraining, maar deze bootcamp vindt binnen plaats. Vervolgens somt hij op wat je zoal moet doen: sit-ups, benchpresses, jackknifes, upright rows, hammer curls, deadlifts, squats en last but not least de Lying cable incline flyes. ‘En de bedoeling is dan dat je dood gaat?’, grap ik nog. ‘Jaaaaa, mam, je gaat echt dood dan’, klinkt het in koor uit de mond van zoon- en inmiddels aangekomen dochterlief.
Kan ik niet gewoon wat buikspieroefeningen doen? ‘Neeeeee, mam..plaatselijk vet verbranden bestaat niet’. Ze rollen met hun ogen over zoveel onbenul.
‘Jammer! Wat is er eigenlijk gebeurd met kniebuigingen, hoepelspringen, beentjes in de lucht fietsen, sluipkruipen,vogelnestjes en touwtje springen?’. Mijn kinderen staren mij met open mond aan en ik begin nu toch een beetje ongemakkelijk heen en weer te schuiven op mijn stoel. Duidelijk een foute opmerking.
Als ik vervolgens achter mijn computer duik om mij diep te gaan schamen, val ik met mijn neus in een verslagje van mijn dochter:
Cr2O7
2−(aq)+ 14 H+(aq)+ 6 I−(aq) → 2 Cr3+(aq) + 7 H2O(l) + 3 I2(aq)
c ΔV0 = +1,36 V − (−0,48) V = 1,84 V. Aflopende reactie.
Cl2 + 2e− → 2 Cl−
S2− → S(s) + 2e−
––––––––––––––––––––––––––––– +
Cl2(aq) + S2−(aq) → 2 Cl−(aq) + S(s)
d ΔV0 = +0,62 V − (0,10) V = 0,52 V. Aflopende reactie.
I2 + 2e− → 2 I−
2 S2O3
2− → S4O6
2− + 2e−‘
Ik schiet in de lach. Dit is typisch zo’n optelsommetje van ‘1 + 1 = ik word echt oud’!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten