maandag 3 februari 2025

Een bewegende band (19)

“Heb jij nou altijd een goede band met jouw moeder gehad?", vraagt een vriendin naar aanleiding van de blogs die ik over mijn hoogbejaarde moeder en mij schrijf. In haar vraag hoor ik iets van ongeloof, misschien zelfs een vleugje achterdocht?

Spontaan begin ik een antwoord te typen, maar halverwege blijven mijn vingers hangen. Twijfelend in de lucht. Want wat is goed? Wat is een goede band? Wat is altijd?

Als iets altijd goed zou zijn, zou dat niet ongelooflijk saai en kleurloos zijn?

Zo’n vraag is zó gesteld, maar ik ben vast niet de enige die een moederdochterband in één woord goed of slecht zou kunnen noemen. Was het maar zo simpel, toch?

In een flits trekt mijn jeugd voorbij, mijn jongvolwassenheid, het moment dat ik zelf moeder werd en ook de jaren als moeder zijnde daarna. Verbazingwekkend hoe de mind al die ervaringen in een paar seconden kan proppen.

Wat ik wel weet: onze moederdochterband is zo sterk dat we tot op de dag van vandaag met elkaar praten, kunnen lachen, huilen en tijd kunnen doorbrengen zonder al te veel kleerscheuren. Dat zegt best al iets, toch?

Er is zorg en respect en we zijn met elkaar mee bewogen door de jaren heen. De ene keer in een vloeiende beweging en soms was het onhandig struikelend.

Er waren momenten van afstand en momenten van diepe verbondenheid. Gesprekken die stroef verliepen, misverstanden die pijn deden, maar ook dagen waarop we niet meer bijkwamen van de slappe lach.

Ik kan me nog steeds ongenadig irriteren aan mijn moeder en ik weet precies wanneer zij meent dat ik irritant ben. (Overigens heeft ze dan altijd ongelijk, uiteraard).

We hebben elkaar spiegels voorgehouden, elkaar over en weer teleurgesteld, verwachtingen laten barsten als een te strak opgeblazen ballon. Maar we hebben ook veel vergeven, strijd vergeten en sommige obstakels samen genomen, andere genegeerd of onder de mantel der liefde bedekt. En die mantel is zacht en veilig. We hebben samen gelachen, gehuild, gewanhoopt, gebeden en elkaar steeds beter leren kennen en respecteren.

Na 62 jaar dochterschap blijkt deze band rekbaar en stressbestendig. Ze buigt, maar breekt niet. Met wederzijds respect, liefde voor elkaar en wat humor, los je veel op. Waar een wil is, is een weg.

Dementie wist de scherpe kantjes. Mijn moeder is veel vergeten en de herinneringen die zijn gebleven, zijn veelal mooi en liefdevol. Zelfs de meest pijnlijke familievetes hebben in haar herinnering niet eens plaatsgevonden. En wij laten dat vooral zo.

Wat elk mens zou kunnen leren van iemand met dementie? Leven in het nu!

Want dat is het enige dat er is.

De rest is een goed of een slecht verhaal, maar het verhaal gaat over het verleden.

En het antwoord aan mijn vriendin? Dat moet ik haar schuldig blijven.
Maar dat is niet mijn schuld.
Dat komt door mijn moeder.
Altijd. Uiteraard.

zondag 2 februari 2025

Elegant tot het einde (18)

Dementie. Aan de buitenkant zie je niets, maar er gebeurt van alles in haar hersenen. Mijn moeder, 92 jaar, ziet er nog altijd keurig verzorgd uit. Dat is hoe ze het altijd heeft gedaan en dat ongetwijfeld wel zal zo blijven, tot het einde. Haar haren netjes gekapt, haar kleding onberispelijk, haar kamer opgeruimd. Routine is haar houvast.

In haar kamer schuifelt ze wat rond, bladert gedachteloos door de krant, kleurt af en toe een plaatje in en drinkt koffie in de gezamenlijke huiskamer. Echt lezen of puzzelen lukt niet meer, maar dat deert haar niet – ze doet alsof. Net zoals ze vroeger problemen oploste: met een glimlach, schouders eronder en vooral geen geklaag. Want klagen, dat deed haar generatie niet.

Wat wél gebleven is, is haar gevoel voor stijl. “Keeping up appearances” zit in haar DNA. Ze geniet nog steeds van een goed glas wijn en een etentje op een prachtige locatie. Dat ze een uur later niet meer weet wat ze heeft gegeten, maakt haar ervaring niet minder waardevol. En de onze ook niet.

Onlangs zaten we met haar in een restaurant. We kozen haar lunch – keuzes maken is niet meer haar sterkste kant. Maar toen de wijn aan bod kwam, was er geen twijfel. Mijn man las de opties voor:

“Dry, fresh and elegant” of “Full, spicy and smooth”?

Ze trok haar al eerder in een blog beschreven keurig verzorgde wenkbrauw* op, keek hem met haar bekende, licht hautaine blik aan en antwoordde droog:

“Wat denk je zelf? Uiteraard elegant.”

En zo geschiedde.

 Wil je lezen over de * wenkbrauwentaal van moeder? Klik hier!

woensdag 22 januari 2025

EHBO blijft leren: De regels die je niet kunt bijhouden (maar wel moet kennen) deel 3

In mijn vorige blog had ik het al over hoe we nare beelden het liefst blokkeren en dat vermoeidheid tijdens EHBO-herhalingen al snel toeslaat. Toch is het essentieel om op de hoogte te blijven, want wat mij altijd weer opvalt, is hoe vaak het Oranje Kruis de richtlijnen aanpast. Soms lijkt het alsof ze dat trainingsboekje blijven herschrijven om het spannend te houden of ook om het boekje verkoopbaar te houden? (of ben ik dan te achterdochtig?) Hoe dan ook: Hopeloos, maar wij EHBO’ers en BHV’ers bewegen geduldig (of lijdzaam?) mee. Wat voorbeelden:

De Heimlich die geen Hiemlich meer mag heten: Wat ooit de Heimlich-greep heette, heet nu ‘buikcompressie’. Bekend klinkt het niet, prettig al helemaal niet.

Verbranding: Eerst kleding uit, toen weer aan, en nu: uit… tenzij het niet kan. En koelen? Geen ijswater meer, maar lauw stromend water in de kortste route (wat dat ook moge zijn)

Bloedingen en flauwte: Vroeger hielden we het gewonde deel omhoog; nu direct druk en een verband. Bij flauwte geen hoofd tussen de knieën meer, maar benen omhoog.

Bloedneus: Eerst hoofd in de nek; nu kin naar beneden, dichtknijpen en soms snuiten, afhankelijk van de oorzaak.

Zondagsarmpje: Dit letsel, vaak door een onverwachte ruk aan de arm, treft vooral kinderen van 1 tot 4 jaar. De naam stamt van de tijd dat het vooral op zondagen gebeurde, als vaders thuis was, maar dat letsel is inmiddels niet meer aan de zondag voorbehouden.

Verstikking: Pannenkoeken zijn gevaarlijker dan ze lijken. Opgerold in de mond, uitgerold in de keel. En zo'n 'slang' slik je gewoon niet of niet makkelijk weg. Opletten geblazen dus.

En de lijst van veranderende voorschriften en handelingen is eindeloos. EHBO verlenen is dus een lerend en ontwikkelend proces en bij de les blijven is dus letterlijk van levensbelang. Overigens is indutten of wegdromen in zo’n training ook niet zonder risico, want voordat je het weet, wordt het aangezien voor een flauwte of erger en geloof me…ik maak geen grapje…en beland je zonder omwegen op de grond als oefenmateriaal.

En ijverig als ik ben: Ik heb inmiddels al heel wat kladblaadjes volgeschreven met telkens nieuwe instructies. Of ik ooit een boek ga schrijven over al die veranderende richtlijnen? Ik dacht het niet. Ik hou het maar bij deze éne blog en ik hoop stiekem dat mijn grootste redding een aai over een bol of een gevulde koek blijft.


vorige blog lezen?

Waarom een EHBO-training altijd ongemakkelijk blijft (maar zo belangrijk is) deel 2

Het blijft ‘dodelijk’ vermoeiend. Die jaarlijkse BHV en EHBO herhaling. Dit soort dagen beginnen sowieso voor mij al op een te vroeg tijdstip en om 10.30 uur wordt het voor mij een kwestie van ‘overleven’ naar de lunchpauze. Dat geeft je misschien weinig vertrouwen in mijn reanimatie-kwaliteiten, maar het stelt misschien gerust: ik ben niet de enige. Mijn medecursisten zie ik gapen, wegzakken en te vaak op hun horloge kijken. En dat zegt helemaal niets over de kwaliteit van de instructeurs, want dat zijn gedreven, enthousiaste professionals. Waar het wel aan ligt?

Misschien is het een natuurlijke reflex? Zodra we verhalen horen over een metaalsplinter in een oog, een open botbreuk of een doorboord ledemaat, blokkeren we. Een binnen strompelende lotus wordt gered van allerhande angstaanjagende letsels. Denk bijvoorbeeld aan een hersenbloeding, oververhitting, diepe snijwond of hartfalen tot aan hartstilstand toe. Dat roept eerder een ‘hoe kom ik hier weg’ gevoel op, dan: ‘wat spannend, hier spring ik op af’. En toch doen we dat: we springen erop af, de één wat enthousiaster dan de ander, maar we redden de lotus vaak van een gewisse dood.

We gruwelen bij alle bloederige voorbeelden van de instructeur en willen het liefst naar de kantine voor koffie en een gevulde koek. Je wil dit soort situaties eenvoudigweg niet meemaken. Je wilt ze niet eens bedenken. Maar ja, het is een noodzakelijk kwaad, deze training en ik leer elke keer weer bij.

Aan het einde van deze dag voel ik me toch weer voldaan. Want hoe ongemakkelijk het ook voelt om telkens weer met bloederige scenario’s en doemvoorbeelden te worden geconfronteerd, ik weet één ding zeker: als het erop aankomt, ben ik blij dat ik die gevulde koek even heb laten wachten.

wordt vervolgd

deel 1 lezen? over die pet, die ons allemaal past?

zondag 12 januari 2025

Running dinner: Smaken verschillen, Buren Verbinden

Wij wonen in een hofje. In dat hofje staan veel huizen en in die huizen wonen mensen.

Mensen met wensen, ideeën, plannen, overtuigingen, gevoelens. Mensen met drukke of minder drukke banen en ook een paar die al met pensioen zijn. Mensen met gezinnen, met honden, met katten. Mensen met politieke voorkeuren, gewoontes, eigenaardigheden, angsten en verlangens.

Sommigen hebben zorgen over gezondheid, een kind of een ouder. Anderen over financiën, hun bedrijf of over een buur met wie het contact wat stroever verloopt.

Allemaal mensen die elkaar in het dagelijks leven groeten met een glimlach en een zwaai.

Totdat een buurtgenoot een idee oppert: een running dinner. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik het woord even moest googelen – tot mijn opluchting bleken sportschoenen niet verplicht. Het concept? Voor elke gang schuif je aan in een ander huis, waar je telkens andere buren ontmoet. Eten, gezelligheid en elkaar wat beter leren kennen in één avond: een recept dat ik wel aandurfde.

Zo kwam het dat we gisteren door ons hofje renden – of nou ja, wandelden – van huiskamer naar huiskamer. Bij elke gang werden we verwend met een heerlijke maaltijd en nieuwe gesprekken. Een beetje als "gluren bij de buren", maar dan in de culinaire-uitvoering.

Vandaag wonen we nog steeds in hetzelfde hofje met dezelfde mensen. Maar het voelt net een tikkeltje anders. De buitenkant kwam even naar binnen en met elkaar proefden we iets veel belangrijkers dan het eten: het gevoel van verbondenheid. En laten we eerlijk zijn, dát was de meest smaakvolle gang van de avond.