vrijdag 3 januari 2020

Ongemakkelijk en onbehaaglijk

Op Instagram zag ik een foto voorbij komen van mijn dochter. Ze vierde Oud en Nieuw met vrienden. Ze zaten aan een lange tafel, prachtig gedekt en alle vrienden en vriendinnen zagen er fantastisch verzorgd uit. Even doorscrollend langs nog wat posts, liet nog meer van dit soort sfeervolle plaatjes zien. Toch leuk, dat ze zo veel aandacht besteden aan een feestelijk en gezamenlijk etentje. Het doet me denken aan mijn jeugd. We zaten dan op Oudjaar ook aan lange tafels, schitterend gedekt, haren in de krul. Twee families, tevens buren in de PC Hooftstraat, Amsterdam. Mijn oma, moeder en tante Gwen in het lang; mijn vader en oom Guus in smoking. Neefjes in overhemd met strik en mijn zus en ik in onze mooiste outfit. We gingen dan 'souperen'. Jemig, wat was dat een deftig feest.

En om twaalf uur gingen we niet direct naar buiten. Neen, zeker niet. We gingen op de knieën en mijn vader zei een gebed op, met stijf dichtgeknepen ogen. Hij dankte voor alle zegeningen en vroeg om ondersteuning in moeilijke zaken, hij bad voor alle mensen in de wereld, hij bad voor vrede. Hij meende elk woord en soms dwarrelde er wel eens een traan over een wang. Als tiener vond ik het allemaal machtig maar rond de pubertijd vond ik het een hoop gedoe en voelde me dan vooral ongemakkelijk en onbehaaglijk. Ik wilde naar buiten, naar het vuurwerk, naar onze Chinese buren, die het hele jaar al rotjes aan elkaar aan het knopen waren tot honderdduizenknallers (of meer) met als sluitstuk een idioot grote bom, die aan het einde afging, waarbij de ramen bijna uit de sponningen sprongen.
'Net oorlog', verzuchtte mijn oma dan en hield mij stevig tegen zich aangedrukt.

Na het bidden en het vuurwerk, kregen we champagne uit de kristallen glazen die alleen voor deze gelegenheid uit de kast kwamen. Met diep ontzag en grote behoedzaamheid iets te breken, hielden we onze glazen vast. De glazen hebben het al die jaren overleefd; ze staan nog steeds bij mijn moeder in de keukenkast te pronken, veilig achter glas. Het vuurwerk heeft het bij mij uiteindelijk niet overleefd. Al jaren geleden. Soort van voortschrijdend inzicht en ook een eenvoudige rekensom.

Ik weet dat we in Nederland dit jaar 70 miljoen uitgeven aan vuurwerk.
Ik weet dat we vervolgens voor 15 miljoen schade aanrichten in een wereld die al in brand staat.
Ik weet dat er in deze wereld kinderen geen eten hebben, ziek zijn, onveilig zijn.
Ik weet dat er mensen noodgedwongen in tentjes wonen op een paar uur vliegen weg.
Ik weet dat er op dit moment in Australië, down under, niet te blussen natuurbranden zijn.
Ik weet dat er op grote schaal natuurgebieden worden vernietigd.
Ik weet dat mensen en dieren over de gehele wereld op de vlucht zijn naar een veilig onderkomen.

Een kleine optelsom maakt duidelijk dat we 85 miljoen de lucht in blazen.

Hoe zou het zijn als we 85 miljoen bij elkaar brengen en besteden aan vrede, aan de hulpzoekenden, aan de voortvluchtigen, aan het blussen van de branden, aan de natuur?
Hoe zou het zijn om onszelf, iedereen, de wereld met diep ontzag en grote behoedzaamheid te benaderen en behandelen? Als het meest zeldzame, dierbaarste kristal ooit?

Ik denk aan mijn oma en hoor nog haar alles zeggende zucht en aan mijn vader, die op zijn knieën met gevouwen handen ons voorging in gebed. Ongemakkelijk, word ik ervan. En onbehaaglijk.

www.silent-touch.nl


Geen opmerkingen:

Een reactie posten