Op de vooravond van mijn tweeënzestigste verjaardag laat mijn man tijdens onze vegetarische maaltijd de ‘ham’vraag vallen: ‘wat wil je eigenlijk hebben voor je verjaardag?’.
Terwijl ik nadenk, spelen gedachten over de Bhagavad Gita,
het Zevenvoudige Pad van de Boeddha en al onze lessen in “loslaten van onze wensen
en verwachtingen” door mijn hoofd. Daar past een verjaardag met een cadeau eigenlijk
niet tussen, toch? Maar hij kent me langer dan vandaag! Hij weet hoe ik van
mijn geboortedag geniet, hoe ik hou van feestjes, slingers, ballonnen en
ik steek ook bepaald niet onder stoelen of banken dat ik volop geniet van cadeautjes. De glimlach op mijn gezicht op mijn verjaardag is doorgaans niet van mijn gezicht weg te slaan.
‘Wat zou je me willen geven dan?’, kaats ik de bal olijk terug.
‘Een kus’, zegt hij met een brede glimlach. ‘Heerlijk, een heel goed begin! En wat nog meer?’, vraag ik een beetje plagend, want ik weet als geen ander dat ik gehuwd ben met een man, die helemaal niets, maar dan ook niets, om verjaardagen geeft.
Ik zie hoe hij in zijn gedachten zoekt naar iets leuks en dan klaart zijn gezicht helemaal op en oppert hij: ‘Een lekkere cappuccino bij dat nieuwe tentje in dat dorp, met een taartje erbij!’. Zijn ogen glimmen bij het vooruitzicht.
'Mmmm, dat klinkt heerlijk', zeg ik aanmoedigend om zijn enthousiasme vooral niet te temperen. En hij begint goed op dreef te komen en met een opgetogen blik voegt hij eraan toe: ‘En een chocolaatje bij die lekkere banketbakker’. Hij ziet het nu helemaal zitten en staat te popelen om morgen mijn verjaardag te vieren. Ik geniet van zijn blije gezicht. Wie geeft er ook alweer niets om verjaardagen?Het is me sowieso duidelijk hoe hij de ideale verjaardag ziet: een verwendag vol lekkernijen voor ons twee. Dus morgen vieren we gewoon dubbel, want wie is er hier nu eigenlijk jarig? En als ik hem zo zie glunderen, dan geef ik mijn verjaardag dit jaar aan hem cadeau.
Met een hele dikke chocoladezoen erbij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten