‘Zijn streven was om in zijn uitspraken schijnbaar onverenigbare partijen toch elkaar een hand te laten schudden. Zo werd het geven van een hand een spirituele ervaring. Wanneer twee handpalmen elkaar raakten, verbonden twee zielen zich met elkaar. Karo zorgde ervoor dat beiden hun aandeel in het probleem erkenden. Zodat beide partijen bereid waren het op een eerlijke manier op te lossen.’
Uit De Kabbalist van Geert Kimpen
Vroeger hield ik een dagboek bij en nu een ‘citatenboek’. Ik kan geen boek lezen, zonder pen en papier naast me zodat ik kan opschrijven wat me het meeste raakt. Van een klein aantal boeken heb ik hele bladzijdes overgeschreven en ik koester die zinnen als grote schatten. De eenvoud, de waarheid en de levensboodschap die er doorheen komt, raakt mij diep.
Het bovenstaande citaat is er zo een. Het gaat over een rechter die in zijn rechtszaal, in zijn rechtspraak vanuit zijn hart recht spreekt en ernaar streeft beide partijen nader tot elkaar te laten komen, zodat ze in vrede uit elkaar gingen. Handen geven is voor mij sindsdien iets bijzonders geworden.
Stel nu eens dat we ons elke keer dat we een hand geven, kennis maken, afscheid nemen of een afspraak bezegelen met een ferme handdruk, realiseren dat onze ziel zich verbindt met de ander. Wat zou dat met ons doen?
Stel nu eens dat we visualiseren dat onze zielen zich door het aanraken van onze handpalmen verbinden, verenigen. Wat geeft dat ons?
Stel nu eens dat we ons bewust worden dat we ons door deze verbinding, deze vereniging in elkaar herkennen? Al onze kwaliteiten, inclusief onze fouten bij de ander zien en de kwaliteiten en de fouten van de ander in onszelf herkennen? Wat maakt dat ons?
Stel nu eens dat we door een fysieke handdruk tot een diepe innerlijke verbinding komen waardoor we van 'schijnbare tegenstanders' overgaan naar werkelijke geestverwanten? Wie is dan wie?
‘Wat je gelooft, creëert de wereld waarin je leeft’ (eveneens uit De Kabbalist).