woensdag 21 november 2012

Geef me je hand en neem de mijne

‘Zijn streven was om in zijn uitspraken schijnbaar onverenigbare partijen toch elkaar een hand te laten schudden. Zo werd het geven van een hand een spirituele ervaring. Wanneer twee handpalmen elkaar raakten, verbonden twee zielen zich met elkaar. Karo zorgde ervoor dat beiden hun aandeel in het probleem erkenden. Zodat beide partijen bereid waren het op een eerlijke manier op te lossen.’

Uit De Kabbalist van Geert Kimpen

Vroeger hield ik een dagboek bij en nu een ‘citatenboek’. Ik kan geen boek lezen, zonder pen en papier naast me zodat ik kan opschrijven wat me het meeste raakt. Van een klein aantal boeken heb ik hele bladzijdes overgeschreven en ik koester die zinnen als grote schatten. De eenvoud, de waarheid en de levensboodschap die er doorheen komt, raakt mij diep.

Het bovenstaande citaat is er zo een. Het gaat over een rechter die in zijn rechtszaal, in zijn rechtspraak vanuit zijn hart recht spreekt en ernaar streeft beide partijen nader tot elkaar te laten komen, zodat ze in vrede uit elkaar gingen. Handen geven is voor mij sindsdien iets bijzonders geworden.

Stel nu eens dat we ons elke keer dat we een hand geven, kennis maken, afscheid nemen of een afspraak bezegelen met een ferme handdruk, realiseren dat onze ziel zich verbindt met de ander. Wat zou dat met ons doen?

Stel nu eens dat we visualiseren dat onze zielen zich door het aanraken van onze handpalmen verbinden, verenigen. Wat geeft dat ons?

Stel nu eens dat we ons bewust worden dat we ons door deze verbinding, deze vereniging in elkaar herkennen? Al onze kwaliteiten, inclusief onze fouten bij de ander zien en de kwaliteiten en de fouten van de ander in onszelf herkennen? Wat maakt dat ons?

Stel nu eens dat we door een fysieke handdruk tot een diepe innerlijke verbinding komen waardoor we van 'schijnbare tegenstanders' overgaan naar werkelijke geestverwanten? Wie is dan wie?

‘Wat je gelooft, creëert de wereld waarin je leeft’ (eveneens uit De Kabbalist).
 
Met dank aan Geert Kimpen

dinsdag 20 november 2012

Vriendschap aan een stevig draadje

Een aantal jaar geleden heb ik nieuwe vrienden gemaakt. Een hele groep zelfs. Geen virtuele groep, maar een hele groep van vlees en bloed. Eigenlijk hebben we alleen ’s winters contact en in de zomerperiode scheiden onze wegen zich. Iedereen trekt er dan op uit, gaat lekker op vakantie naar zee, bos en duin en als de herfst weer in aantocht is, dan zoeken we voorzichtig weer contact. De kou bindt ons, zou je kunnen zeggen.

We gaan voorzichtig met elkaar om en we lopen niet direct de deur bij elkaar plat. We laten elkaar volkomen vrij en weten dat we wederzijds gewaardeerd worden. Vaak wachten ze me op en soms komen ze juist als ik ze totaal niet verwacht. Het blijft altijd een spontaan samenzijn.

Het is een gevarieerde groep en de meesten begin ik nu wat beter te leren kennen. Een nogal bonte figuur is behoorlijk lawaaierig en bezitterig. Die laat niet veel anderen in de buurt komen en heeft meestal het hoogste woord. Er zit ook een kleine charmeur bij met een goddelijke stem. Hij fladdert tussen alle bedrijvigheid heen en weer en is een echte aandachtstrekker. De slimste van het stel trekt zich van niemand iets aan en is de anderen vaak te snel af.

Er is ook een stel dat onafscheidelijk is. Die nestelen zich het liefst samen op een stoel en kletsen dan aan één stuk door.

Soms komen ze alleen en soms met elkaar. Ze zijn sterk en toch ook kwetsbaar. Ze blijven me verrassen, maar één ding verrast me niet: ze blijven elke dag eten en ze kunnen er maar geen genoeg van krijgen.

Het mooiste van alles is, dat ze nooit klagen, ze vinden mijn dis altijd lekker, ze morsen niet en laten geen enkel spoortje achter. Ze vernielen niets, ze bederven geen pret, ze doen niemand verdriet, ze komen wanneer ze komen en ze gaan wanneer ze gaan. Ze zijn zonder eisen, zonder pretenties, zonder vragen, zonder zorgen voor de dag van morgen, zonder enige verwachting of wens. Ik mag nog veel van ze leren.

Pas na de lente nemen we weer afscheid en tot die tijd hangt onze vriendschap aan een stevig draadje.


zondag 18 november 2012

Van verplichte sex tot doorfokken

Afgelopen weekend viel mijn oog op deze krantenkop: ‘Verplichte neushoornvrijage in Emmen leidt voorlopig nog tot ruzie’. Bij zo’n titel denkt je toch al direct, ja logisch! Dan lees ik verder en dan staat er dat er twee neushoorns voor nakomelingen moéten zorgen. Weer dat heilige moeten! Wie moet hier eigenlijk wat? Nog logischer dus dat daar ruzie van komt. Nu snap ik heus wel dat hier een beleid en een gedachtengang achterzit en dat het erg leuk is dat er baby-neushoorntjes van komen, maar het lijkt mij overduidelijk dat als je iets moet, vooral sex tegen je zin, dat je dan ruzie krijgt. En wij mensen, blijven het maar proberen en als die neushoorn vervolgens ruzie krijgen, dan zetten we ze gewoon om de beurt binnen tussen tralies om een beetje..? wat? zin te krijgen? Waar zijn we nu eigenlijk helemaal mee bezig?

Even verderop in dezelfde krant wordt er een artikel gewijd aan de inteelt bij het Friese paard en de daarbij betrokken vereniging die stevig in het zadel zit: Koninklijke Vereniging Het Friesche Paarden Stamboek. Mijn nekharen gaan weer rechtop staan als ik lees dat het onder het mom van ‘het geheim van de stal’ heel normaal blijkt, dat er veulentjes met waterhoofden, dwergveulens, miskramen, vroeggeboorten en misbakselveulens als gevolg van inteelt worden weggemoffeld. Ik bespaar je verder de andere weerzinwekkende inteeltgevolgen, maar ik vermoed dat er nog wel  ‘diepere geheimen van de stal’ zullen zijn, die alleen insiders kennen en waarover liever gezwegen wordt omdat dat slecht voor de naam van de fokmerrie en de dekhengst is. Slecht voor de fokker, zullen ze bedoelen. Inteelt ondermijnt ook de vruchtbaarheid en je vraagt je nu al af hoe de mens dat nare bijverschijnsel gaat oplossen..inteeltzaad invriezen? Klonen?

Nu lees ik verder dat vreemdgaan bastaarden oplevert. Gezonde paarden, zou er moeten staan. Dat het paard juist gered wordt door een bastaard, dat lijkt van ondergeschikt belang. Niet voor dat raspaard natuurlijk en ook niet voor jou en mij maar wel voor degene die met de Friese paarden zijn geld verdient en zijn ego roskamt.  Als je ziet wat voor prijzen er betaald worden voor de goedgekeurde fok-exemplaren (lees: dieren van vlees en bloed), dan weet je ook direct de oorzaak van de inteelt: geld. Fijn dat het Friese paard internationale faam geniet, maar wat mij betreft laten we er wat bastaarden op los. Gelukkig komen er vanuit die kringen, waar dit speelt, ook wat oplossingen, maar zolang er op het hoogste niveau geen luisterend oor is, blijft het over de rug van het paard rommelen met sperma.

Gelukkig is onze Koningin beschermvrouwe van dit stamboek en ik vertrouw er daarom op dat als zij ook dit artikel leest, de inteelt een halt wordt geroepen. Liever één keer per jaar vier bastaarden voor de Gouden Koets dan het Friese Paard erachter spannen. En zeg nu zelf: Zo'n mix is toch ook mooi?

vrijdag 16 november 2012

Goed idee: Vuilniszak mee

Het strand van Bloemendaal leek afgelopen zondag wel op een mierennest. Iedereen wilde genieten van het mooie zonnige weer. Het krioelde van de mensen, kinderen en honden. Blije gezichten en een gezellige drukte!

Tijdens onze wandeling langs de kust zagen we weer die enorme hoeveelheid afval op het strand: plastic zakken, netten, blikjes, flessen, slippers en zelfs een afstandbediening. De Nationale Opruimdag is allang achter de rug, maar die aktie lijkt bijna als een druppel water op een gloeiende plaat. Zo'n vrije zondag is een uitgelezen moment om niet alleen te genieten van het moois van de natuur, maar tegelijkertijd wat terug te doen voor de natuur door wat zwerfafval te verzamelen. Ieder een vuilniszak, in minder dan een kwartier gevuld en het geeft je nog een goed gevoel ook. Natuurlijk wel de zak hergebruiken!

Het zijn geen mooie plaatjes van vissen en vogels verstrikt in netten of magen gevuld met plastic. Het is echter wel realiteit en daar kunnen we samen wat aan doen. Zoals we onze kinderen beschermen, zo kunnen we ook onze Natuur beschermen. Wellicht voorkom je door zo’n eenvoudige opruimaktie wel een vogel van de hongersdood, omdat zijn snavel verstrikt is geraakt in plastic. Dat lijkt me motiverend genoeg!

Als iedereen vorige week iets had opgeruimd, dan zou de Noordzee gered zijn geweest van vele kilo’s afval. Vele handen (en die zijn er) maken licht werk.

Gelukkig hoeven we niet te wachten op de volgende georganiseerde Nationale Opruimdag, want het mooie van zo’n weekend is, dat het elke week weer terugkomt.

Erop uit? Goed idee..maar neem alsjeblieft ook een vuilniszak mee!

maandag 5 november 2012

Ik moet helemaal niets

Van het woord ‘moeten’ worden we allemaal gek. Zodra we dat woord horen, gaan we met de hakken in het zand. We willen wel iets ‘mogen’, ‘kunnen’, ‘kiezen’, maar moeten willen we niet. 

En toch stappen we allemaal zonder erover na te denken vol overtuiging in de valkuil van het Heilige Moeten: We moeten een goede opleiding, een mooie carrière, een leuk huis, een fiets met een kistje voorop. Onze kinderen moeten hun best doen, hun school afmaken, het liefst met een leuk vriendje of vriendinnetje thuiskomen. We moeten op tijd ons salaris hebben, onze verzekering moet tijdig de schade betalen, onze kapper moet de goede haarkleur mengen en onze supermarkt moet sla aanleveren zonder een kikker erin.

En als we merken dat een ander vindt dat wij iets voor hún moeten doen, dan heb je de poppen pas echt aan het dansen. We gaan massaal op slot en doen het juist niet. Ook al weten we best dat er iets wel of niet gedaan moet worden, ‘als het zo gezegd wordt, dan kijken we wel beter uit. We willen wel netjes behandeld worden, zeg! Ik moet hélemaal niets!’.

Dat van alles moeten, zit volkomen opgesloten in onszelf. Enige tijd geleden las ik een artikel over een techniek om het woord ‘moeten’ gewoon te vervangen door ‘mogen’. Dan ziet alles er al anders uit. ‘Ik moet de was doen’, verandert in ‘ik mag de was doen’. ‘Ik moet nog even mijn moeder bellen’, wordt ‘Ik mag nog even mijn moeder bellen’. Dan wordt moeten een mogelijkheid en een glimlach van dankbaarheid breekt door.

Nog een stapje verder, leerde het artikel mij om ook het woord ‘mogen’ eenvoudig weg te laten. Bijna hilarisch wat er dan gebeurt: ‘Ik mag mijn kamer opruimen’, wordt dan ‘ik ruim mijn kamer op.’. ‘Ik mag naar mijn werk’, wordt dan ‘ik werk’. Dan gebeurt alles wat je doet, in een keer zonder daar een verplichting, gedachte of emotie aan te koppelen. Het is zo dichtbij, een vanzelfsprekendheid.

Hoe vaak heb ik met een rood hoofd van boosheid het huis stofgezogen, terwijl ik vond dat het iemands anders beurt was? Nu heb ik de keuze: ik mag het huis stofzuigen of ik stofzuig gewoon het huis (of niet natuurlijk). Dat betekent niet dat ik onverschillig word of dat iedereen om mij heen vrijaf krijgt. Juist niet. Ik hou het alleen bij mezelf. Daar komt geen moeten of mogen aan te pas.

Heb jij wel eens een bij horen klagen? ‘Bzzzz….Ik moet nog even al deze bloemen af om de honing eruit te halen en dan moet ik nog even alle honingraatjes vullen?’ Zou de bij denken: ‘ik mag nog even een rondje vliegen en ik mag nog even wat bloemen bestuiven’? Natuurlijk niet: de bij zuigt nectar, maakt honing en zorgt voor bestuiving. Simpel.

Van verplichting 'moeten' naar mogelijkheid 'mogen'..en van mogelijkheid naar gewoon doen..zijn.

Leuker kunnen we stofzuigen niet maken, makkelijker wel!