zondag 30 november 2025

In de adem van de Meesters

In mijn vorige blog schreef ik dat troostende zinnen soms meer zeggen over degene die ze uitspreekt dan over degene die door verlies gaat. Je hoort het wanneer hun eigen pijn zachtjes meereist in de woorden. Hoe we omgaan met wat ons raakt, is nu eenmaal persoonlijk. Jij jouw weg, ik de mijne.

In moeilijke momenten merk ik dat mijn taal verschuift. Wat eerst een ‘uitdaging’ was, wordt dan een ‘uitnodiging’. Een uitnodiging om dieper te gaan. Woorden doen ertoe — misschien wel meer dan ons verstand kan bevatten.

Spirituele leraren wijzen al eeuwen dezelfde richting: liefde. De weg is liefde; de ervaringen het spel.

De boodschappen van mijn eigen leraren echoën in mijn hart:
Ga diep in de pijn en je zult liefde vinden.
Treed het zwarte gat tegemoet en vertrouw dat er liefde is.
Verdwijn in de eenzaamheid en laat liefde je meester zijn.
I refuse to see anything but love
Love is the only resolution

Het zijn geen gemakkelijke aanwijzingen. In het begin begreep ik ze niet eens of ontstond er weerstand, maar mijn verlangen naar verlossing van de pijn bleef een stuwende kracht. Steeds dieper durven zakken in pijn brengt niet alleen rauwheid, maar ook vertrouwen. Elke keer dat je de pijn tegemoet treedt, wordt angst een beetje zachter of verdwijnt.

Alle grote meesters reiken hetzelfde aan; de leerling moet het werk doen. Zo wordt zichtbaar dat het leven met zijn ups en downs één grote zee van beweging is. Wat ook opkomt of verdwijnt: het is dezelfde zee.

En wij zijn niet die bewegingen.
Niet de storm, niet de stilte, niet onze gedachten of ervaringen.

Mijn hoofd kan hier niets mee, maar mijn hart weet:
we hébben ervaringen maar we zíjn ze niet.
We kunnen ze waarnemen - en dat helpt zeker - maar uiteindelijk wijzen de meesters naar iets wat voorbij al dat waargenomene ligt. Wat een geschenk dat deze wijsheid zo beschikbaar is.

Eén helder licht onder hen is Nissargadatta. Zijn leraar, Sri Siddharameshwar Maharaj, gaf hem geen vraag mee om op te mediteren, maar een richting: verblijf in het zuivere gevoel van ‘I Am’. Niet als iets om te begrijpen, maar als een levende aanwezigheid.

In zijn boek I Am That verwijst Nissargadatta onvermoeibaar naar dat stille, onveranderlijke wat beschikbaar wordt wanneer alle gedachten vanzelf tot rust komen. Presentie. Aanwezigheid. God. Liefde. Eenheid.

En toch, in onze menselijkheid blijven die vragen maar opborrelen:
Wat is ‘That’?
Wie wil het toch allemaal weten? Kunnen we het met rust laten?
En de vraag en het antwoord laten samenvallen in presentie?

De uitnodiging accepteren:
om stil te worden, om te luisteren
en de stille aanwezigheid gewoon te laten zijn…
Samen vallen in je adem,
totdat alleen dat wat waar is, nog ademt.

 

Meer weten over begeleiding in bewustwording? 

dinsdag 18 november 2025

Als stilte troost wordt

De vrouw kijkt me met een zachte, meevoelende blik aan. Dan zegt ze, met een zucht waarin haar eigen recente verlies doorklinkt: ‘Het is gewoon een zwart gat dat achter blijft.’
Ik slik en voel een rilling door me heen gaan.

Het raakt me hoe een overlijden, een afscheid of ziekte mensen vaak dichter bij elkaar brengt. Als we zien dat iemand verdriet heeft, willen we iets doen: even laten weten dat we aan ze denken, dat we van ze houden, dat we er zijn. Alsof zo’n gebeurtenis iets universeels in ons aanraakt. We uiten dat in bloemen, kaartjes, appjes, kleine gebaren. Iedere attentie is een pareltje van medeleven. Ze bieden troost aan degene die lijdt, maar geven ook de mensen eromheen het gevoel dat ze betrokken zijn.

Tegelijk kan het verlies van een ander – veelal onbewust - onze eigen angst of oud, onverwerkt verdriet aanraken. Dan kan een goedbedoeld woord ineens een projectie worden. De troostende zinnen zeggen dan soms meer over degene die ze uitspreekt dan over degene die nu door een verlies gaat. Dat hoor je als hun eigen pijn of verdriet doorsijpelt in de woorden:
‘Het is een zwart gat waar je inzakt.’
‘Het is zó afschuwelijk.’
‘Je zult je wel eenzaam voelen.’
Of iemand begint te vertellen over een eigen ervaring, vaak zwaarder of ingrijpender. Ik denk dat we dat allemaal wel herkennen. We zijn tenslotte allemaal mensen en iedereen beweegt op eigen tempo en wijze door het leven heen.

Terwijl ik luister naar deze vrouw, vraag ik me af hoe ik haar zou kunnen uitleggen dat een verlies niet altijd als een zwart gat ervaren hoeft te worden. Haar pijn is zo tastbaar aanwezig dat het als een donkere wolk tussen ons in hangt. En die wolk is het enige dat op dit moment aandacht nodig heeft. Woorden lijken te veel, te groot.
Spontaan pak ik haar hand en druk die zachtjes. Zo zitten we daar samen. In stilte. Diezelfde stilte waar de één zo bang voor kan zijn en die voor de ander juist helend is.

En precies die stilte deed even iets. Heel klein, heel zacht - maar toch: de donkere wolk werd iets lichter.

Misschien is dat uiteindelijk alles wat we kunnen doen: laten weten dat we er zijn, dat we meeleven, dat de ander niet alleen hoeft te dragen wat zwaar is.
We zijn tenslotte allemaal mensen en iedereen beweegt op eigen tempo en wijze door het leven heen.

 

 

Klik hier als je zelf vragen hebt over rouwen, over afscheid nemen

donderdag 6 november 2025

Een empty nest — maar een vervuld hart.

Dochters. Ze zeggen het altijd zoals het is:
‘Mam, je hebt nu officieel een empty nest.’

Het klopt. Ook al zijn de kinderen allang uitgevlogen, er waren altijd nog honden. Eerst drie, toen twee, en heel lang nog één: onze Russische prinses. Na 38 jaar moederlijke zorgen en ongeveer 23 jaar hondenzorgen is ons huis nu écht leeg. En niet alleen het huis – ík voel me leeg. Ik mis gewoon mijn kameraadje. Een gevoel van doelloosheid bekruipt me, een zachte zinloosheid die diep snijdt. 

Of ik nu de kaasschaaf pak, opsta, de bel hoor, mijn schoenen aantrek of mijn jas pak… telkens verwacht ik een natte neus en die verwachtingsvolle blik: ‘Krijg ik iets lekkers?’ of ‘Gaan we wandelen?’. En dan nu..niets.

De laatste dag dat ze bij ons was, was mooi. Fijne wandelingen, gezelligheid van bezoek, lekker eten, een rustige avond aan onze voeten. Totdat ze plotseling opstond, wankelde en in elkaar zakte. Ze kon niets meer. Helemaal niets meer.

Na een rit naar het dierenziekenhuis werd duidelijk: we konden en wilden haar niet laten lijden. Na een vol en liefdevol leven is onze grote harige vriendin in onze armen overleden. Thuis lag ze in haar mandje, alsof ze sliep. Het afscheid was zacht, liefdevol en dankbaarheid overheerste.

De leegte in huis overvalt me. In haar mand brandt een kaarsje, symbool voor het licht dat ze is. Manlief zuigt de laatste haren op en zet haar voerbak uit het zicht.
Ik ga naar buiten. Wandelen. Wandelen. Wandelen. Zonder riem, zonder poepzakje, zonder hondensnoepjes.

Dag, lieve hond. Wat hebben we van je genoten. Wat een geweldige, stabiele, vriendelijke, stoere hond was je. Wat was je mooi — met je krulstaart, je puntoren, je gekke sprongen en je eindeloze zwerftochten, totdat we je maar een tracker om deden.

Dank je voor het geduld dat je ons hebt geleerd. Voor de onvoorwaardelijkheid die je in ons wakker hebt gemaakt. Voor je liefde, je trouw, je haren, het geluid van je pootjes op het parket en de eeuwige afdruk van jouw hart in het onze.

Geboren worden, sterven — het hoort bij het leven. Vreugde bij een pril geluk, rouw bij een afscheid. En ieder beleeft dit op zijn of haar eigen manier.

Rouwen om een dier betekent voor mij rouwen om het gemis van een levendigheid die altijd dichtbij was. Een hond vraagt niets, oordeelt niet, altijd blij ons te zien, altijd wachtend op onze aandacht. Onvoorwaardelijke liefde.

En als dat wegvalt, lijkt het dagelijks leven leeg. Maar in die leegte blijft iets bestaan — een zachte aanwezigheid, voelbaar in herinneringen, in gewoontes, in de liefde zelf. Mijn hart is nu een beetje beurs, maar ik ken haar veerkracht en ik weet: Liefde sterft niet. Ze verandert alleen van vorm.  

En ja, zoals mijn dochter zei: een empty nest — maar bovenal een vervuld hart.

met dank aan Stichting My Martin. en Dierencrematorium Beverwijk

Heb je zelf een vraag over rouwen of verlies? Kijk hier 💗


dinsdag 7 oktober 2025

Liefde als antwoord

Vanochtend vroeg werd ik wakker. Het is zeven oktober.

Twee jaar geleden vond de brute aanval door Hamas plaats. Tevergeefs sloot ik mijn ogen weer, maar de beelden van die dag kan ik nooit meer niet zien. Ze staan op mijn netvlies gegrift.

En ik weet het: niets wat ik doe of zeg, kan ongedaan maken wat er op die dag is gebeurd - en nog steeds voortduurt. Toch wíl ik iets doen. In mijn hart leeft een diepe compassie voor de slachtoffers van deze gewelddadige aanval en voor álle slachtoffers die sindsdien zijn gevallen. Ik denk aan de gijzelaars, hun familie en vrienden en aan al het leed dat uit deze terreurdaad is voortgekomen.

Ik wist niet goed hoe ik mijn Joodse medemens kon laten weten dat ik met hen meeleef, dat ik met hen mee herdenk, maar de afgelopen dagen vormde zich langzaam een plan.

En zo begon, tijdens onze vakantie, deze zeven oktoberdag met een zoektocht naar een bloemist. In ons beste Spaans legden we uit dat we zeven witte rozen wilden. De welwillende Spaanse dame verdween in haar magazijn en kwam terug met een grote doos, waaruit ze zeven mooie exemplaren koos en samenbond tot een eenvoudige bundel.

Mijn man en ik, ieder verzonken in eigen gedachten, vervolgden onze weg naar Palma. Hij had al uitgezocht waar de synagoge was gevestigd en al snel stonden we ervoor - of beter gezegd: voor een zwaar gietijzeren hek.
Achter het hek stond een al even zware houten deur op een kier.
Twijfelend of we de bloemen gewoon moesten achterlaten, belden we toch aan. Een rabbi verscheen in de deuropening en begroette ons met een vriendelijk Shalom.

Onderzoekend keek hij ons aan, zichtbaar verrast toen ik hem de witte rozen door de tralies aanreikte en uitlegde dat we in ons hart met hen zijn, hun verdriet delen en bidden voor vrede. Zijn aanvankelijk terughoudende blik verzachtte en op zijn gezicht verscheen een warme glimlach -dankbaar, bijna verbaasd over dit kleine menselijke gebaar. Hij vertelde dat hij geraakt was, dat ze weinig vrienden hebben en dat het goed deed te weten dat er nog mensen zijn die hen een warm hart toedragen. Hij nam de bloemen aan in dankbaarheid namens de gemeenschap die vandaag bijeen zou komen.

Het moment duurde hooguit twee minuten. Er werd weinig gezegd, maar de uitwisseling door de tralies heen was intens en oprecht. De rabbi, klein van stuk, richtte zich op in zijn volle lengte en zegende ons, onze familie, onze kinderen. Liefdevol sprak hij de hoop uit van vrede tussen alle mensen. Heel even leek de drukte van Palma te verdwijnen. Alsof wij de enige drie mensen waren in de hele stad. Tranen prikten achter mijn ogen. Met een stille groet namen we afscheid.

Op de hoek van de straat, nauwelijks twee meter verder, kon ik mijn tranen niet meer bedwingen. Een moment van pure onmacht en diepe ontreddering over het grote leed dat mensen elkaar aandoen en het onvermogen om te leren van het verleden, ontnam me de adem. Snikkend zocht ik troost tegen het sterke hart van mijn man.

Voor mij voelde dit kleine gebaar als een gebed in stilte.
Een manier om, midden in een verdeelde wereld, toch iets van verbinding te brengen.

Soms lijkt de wereld zo verscheurd dat woorden tekortschieten.
En toch geloof ik dat juist de kleinste daden - een bloem, een groet, een glimlach of een stil gebed - de draad van menselijkheid kunnen versterken.

Vandaag brandt mijn kaars voor alle slachtoffers, aan welke kant van de tralies zij ook staan.

Moge liefde ons ooit leren wat strijd nooit kan brengen: vrede.

 

Love is the answer

Early this morning, I woke up. It’s October seventh.

Two years ago, the brutal attack by Hamas took place. I tried, in vain, to close my eyes again, but the images of that day can never be unseen. They are engraved upon my heart.

And I know: nothing I do or say can undo what happened that day — or what still continues. Yet I long to do something. In my heart lives a deep compassion for the victims of that violent attack, and for all who have suffered since. I think of the hostages, their families and friends, and of all the sorrow born from this act of terror.

I didn’t quite know how to let my Jewish brothers and sisters know that I grieve with them, that I remember with them. But over the past few days, a quiet idea slowly began to take shape.

And so, during our holiday, this October seventh began with a search for a florist. In our best Spanish we explained that we wanted seven white roses. The kind-hearted lady disappeared into her storeroom and returned with a large box, from which she gently chose seven beautiful blooms and tied them into a simple bouquet.

My husband and I, each wrapped in our own thoughts, continued our way to Palma. He had already found where the synagogue was located, and soon we were standing before it — or rather, before a heavy wrought-iron gate. Behind it stood an equally solid wooden door, slightly ajar. Unsure whether to simply leave the flowers, we decided to ring the bell. A rabbi appeared in the doorway and greeted us with a gentle Shalom.

He looked at us with curiosity, visibly moved when I handed him the white roses through the bars and told him that we hold his people in our hearts, that we share their sorrow and pray for peace. His initial reserve softened, and a warm smile spread across his face — grateful, almost amazed by this small gesture of human kindness. He told us he was touched, that they have few friends, and that it meant a lot to know there are still people who care for them. He accepted the flowers with gratitude, on behalf of the community that would gather later that day.

The moment lasted no more than two minutes. Few words were spoken, yet the exchange through the bars was tender and sincere. The rabbi straightened to his full height and blessed us — our family, our children. With quiet love he voiced his hope for peace among all people. For a moment, the noise of Palma faded away, as if we were the only three souls in the whole city. Tears welled up behind my eyes. With a silent nod, we said goodbye.

At the corner of the street, barely two meters away, I could no longer hold back my tears. A wave of helplessness and deep sorrow washed over me - sorrow for the immense pain people inflict upon one another, and for our inability to learn from the past. Sobbing, I sought comfort against my husband’s steady heart.

For me, this small gesture felt like a prayer in silence -
a way to bring, in the midst of a divided world, a little touch of connection.

Sometimes the world feels so torn apart that words fall short.
And yet I believe that it is precisely the smallest acts -
a flower, a greeting, a smile, or a silent prayer -
that can strengthen the fragile thread of our shared humanity.

Today, my candle burns for all victims,
on whichever side of the bars they may stand.

May love one day teach us what conflict never can: peace.

dinsdag 23 september 2025

Spin in het web

Zorgvuldig bouwt het ego een identiteit op. Bijna onzichtbaar weeft het zijn patronen en gewoontes. En zodra er een indringer komt, trekt het alle draden strak om het web te sluiten. Want stel je voor… dat we zouden ontspannen in wie we werkelijk zijn? Stel je voor dat we gewoon accepteren dat we zijn zoals we zijn? Dat we ons realiseren dat we niemand anders kunnen zijn dan onszelf? En stel je voor dat we ontdekken dat we eigenlijk helemaal niet zo veel van elkaar verschillen – hooguit een beetje aan de buitenkant?

Alles, alles wordt op scherp gezet om het ego te laten zegevieren en elke indringer te vangen. Het doet me denken aan de spin in haar web.

Een ego op zich bestaat eigenlijk niet eens. De Boeddha zei het al: het ik dat we zo serieus nemen, blijkt bij nader onderzoek nergens te vinden. En toch hebben we er een heel circus omheen gebouwd, zodat we zijn gaan geloven dat het wél bestaat. Tolle noemt het een schaduw die alleen echt lijkt zolang we erin geloven (totdat we het doorzien). 

En dan komt de grootste valstrik: dat we er vanaf zouden moeten! Dus gaan we naar retraites, workshops en therapieën om iets dat nooit werkelijk bestaan heeft mooier te maken, zachter te maken of – als ultieme oplossing – los te laten.

En eerlijk? Ik heb echt een foeihekel aan dat woord: “loslaten”. Net zoals bij dat andere heilige woord in de spirituele wereld: “verbinding”. Natuurlijk, het is handig om een bloedende vinger te verbinden of een telefoonverbinding tot stand te brengen. Maar iets dat van zichzelf al één is, hoef je niet te verbinden. Dat kán niet eens. Het bewustzijn dat in jou leeft, leeft ook in mij. We zijn niet alleen, maar Al-één.

Vanuit het idee dat een ego wél zou bestaan, kun je er slim gebruik van maken of er juist niet aan hechten. Vanuit dat perspectief is het logisch dat we workshops volgen en op zoek gaan naar verdieping. Dat levert vaak interessante reizen op, maar soms is het vooral gewoon een goed verdienmodel. Echter, vanuit het inzicht dat een ego niet bestaat, hoef je niets na te jagen. Geen zoektocht, geen zelfverbetering, geen “verbinding” of “loslaten”.

“Je gaat wel wat kort door de bocht,” hoor ik je denken. En misschien klopt dat ook wel. Ik zeg niet dat je je gedrag niet zou kunnen onderzoeken of veranderen. Integendeel. Je kunt je woorden, daden en gedachten onder de loep nemen. Je kunt angsten in de ogen kijken, patronen doorbreken. Bijvoorbeeld door gewoon eens een maand lang een andere krant te lezen...of helemaal geen natuurlijk. Zeg eens spontaan JA zonder erover na te denken. Ga in gesprek met die ene collega die je niet zo ligt. Veeg de straat, ook die van je buren. Luister eens - zonder weerwoord - naar iemands verhaal. Schenk aandacht aan die enigszins vergeten buurvrouw, familielid, vriend of vriendin. Verwacht niets en je zult merken hoeveel er vanzelf naar je toe komt. 

En ja, soms helpt het om even stil te zijn en jezelf te laten dragen – iets wat ik in mijn werk als masseuse vaak zie. Even helemaal niets hoeven, gewoon aanwezig zijn, ontvangen en ontspannen. Daarin zit al zoveel waarde.

Misschien is dat wel de grootste uitnodiging: niet meer najagen, niet meer sleutelen aan jezelf, maar simpelweg thuiskomen in wat er al is. In dat thuiskomen, ligt de ontdekking dat er nooit iets ontbrak. 

Al heel. Niet alleen. Maar AL-één.

 

Meer weten en stoppen met sleutelen aan jezelf?

maandag 15 september 2025

Verdrietig

Een sombere stofdoek daalt over me heen.
Neemt onverwachts bezit van mijn normaal zo opgewekte natuur.

Een jong meisje zal nooit meer thuis komen.
Een jonge vrouw in een metro vermoord.
Een jonge man op een podium neergeschoten.
Jeugdbendes gaan elkaar te lijf.
Een sport event in Spanje eindigt in geweld door een protestgroep.
Een Joodse dirigent, bekend om zijn verbindende kracht, wordt gecanceld.
Een zangeres geweerd van een festival omdat ze uit Israël komt.

Het grijpt me naar de keel.
Ik kan het niet bevatten.
Ik kan het niet verwerken.

Messteken. Een kogel. Mishandeling.
Uitsluiting. Haat. Geweld. Oorlog. Polarisatie.
Woorden die steeds vaker klinken, maar achter elk woord en elke daad schuilt een mensenleven.
Een leven dat zomaar voorbij is.

Het grijpt me naar de keel.
Ik kan het niet bevatten.
Ik kan het niet verwerken.

En toch… hoe moeilijk ook: ik zal me niet verliezen in de waanzin.
Er zijn alleen maar verliezers.

Dus, laten we blijven staan voor liefde en integriteit.
Want dat er nu zelfs bij de moord op Charlie Kirk applaus klinkt met woorden als
 “I hope you rest in piss” - en dat een rechter zich daar in kort geding over moet buigen -
dát alleen al is schrijnend genoeg.

En daarom blijft mijn verlangen overeind:
dat we kiezen voor menselijkheid.
Voor liefde.
Voor elkaar.
Want als wij dat niet doen, wie dan wel?