Maandagmorgen. De weg naar de AH is kort. Het miezert. Daar gaat
mijn haar plat van tegen mijn hoofd liggen. Nog steeds wen ik maar niet
aan mijn multifocale glazen en ik mis daardoor steeds een stoepje of een
tree. Ziet er weinig charmant uit. Met de boodschappenkar van mijn werk achter me aan
slepend (en moeder lacht in haar vuistje) betreed ik de winkel in het
centrum van Haarlem. Ik parkeer de kar bij de servicebalie en gooi een
muntje in de winkelwagen en loop door het klaphekje.
En daar, daar wordt mijn blik gevangen. Een ogenblik. Door een paar gitzwarte ogen.
Die ogen en de
mijne wenden zich ook weer af en ik loop door. Maar binnen een seconde wordt mijn blik
weer gevangen. De ogen naderen en dan staat hij voor me. Onbekend, lang, jong, breed, aantrekkelijk. Breed glimlachend, naar mij.
'Ik moet gewoon even kennismaken' klinkt het donker en melodieus en hij steekt zijn hand uit. Een fractie van een seconde kijk ik hem verbluft aan en dan voel ik een lach in mijn buik en met de vraag 'hoezo?' in mijn hoofd, steekt mijn
hand zich volautomatisch uit.
'Hi, ik ben Leroy'.
'Gwendolin'
zeg ik keurig opgevoed als ik ben.
'Wow, wat een mooie naam! Wat een
mooie vrouw. Verliefd? Verloofd? Getrouwd?', vraagt hij terwijl hij zijn
Maclean-witte-tanden bloot lacht.
'All of the above', zeg ik blij en denk
aan mijn mooie man en moet nu al lachen bij het idee van zijn gezicht als ik hem dit
vertel en ik weet al precies wat hij gaat zeggen.
De lachbui kruipt omhoog. 'Wow', herhaalt Leroy, 'en jammer,
want anders had ik het wel geweten'. De lach bereikt nu mijn gezicht en
mijn buik begint te schudden. Ik zie mezelf daar staan met mijn voeten
stevig in mijn warme winterlaarzen, een warme sjawl om mijn nek, mijn
winterjas en mijn benen in een groene mallot, die er mallotig onder uit steken.
'Wat
denkt die snuiter, mijn zoon kan hij zijn; ik ben minimaal 20 jaar
ouder. Misschien moet hij mijn multifocale glazen even lenen?'. Kennelijk leest hij mijn gedachten. 'Geloof je
mij niet? Je bent echt een prachtvrouw' en hij stapt nu echt in mijn
ruimte.
Het moet echt niet gekker worden. Hij laat zich niet makkelijk
afschepen en ik laat hem nu maar mijn ring zien. De gouden band heeft effect en terwijl hij zich omdraait en nog een keer diep
zucht, verdiep ik me in de uien. Scherp zijn ze!
Zelfs zonder ze open te snijden, biggelen de tranen over mijn wangen. Maandag in de bonus!