Peinzend kijk ik over het weiland. Mijn blik gaat van links
naar rechts. Het oude plastic bankje, waar ik op zit, voelt kil aan en ik
schuif wat onrustig heen en weer. Ik kom graag op dit plekje, precies aan de
rand van een bos met oude bomen met dikke grote stammen. Verscholen
tussen hoge heggen en struiken ligt een klein kerkhofje. Het bos ademt rust en
veiligheid uit. Een klein paradijsje, gewoon om de hoek en nu zit ik daar …
peinzend over iets dat al een tijdje mijn aandacht opeist.
Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Alles lijkt al gezegd, alles lijkt al gedaan en toch is de situatie onveranderd. Nogmaals glijdt mijn blik over het weiland, zoekend naar wijze raad. Ik tuur wat in de sloot, hopend op een ingeving. Uiteindelijk sluit ik mijn ogen en luister naar het bos. Naar een kikker die zich - net als ik - warmt in de onverwacht warme zonnestralen van het najaar. Ik hoor ritselende blaadjes, een kastanje die neerploft en een trein die in de verte voorbij gaat. Alles lijkt op elkaar
‘Wie weet wat wijsheid is?’, vraag ik in stilte.
Na een tijdje voel ik dat er naar me gekeken wordt en draai me langzaam opzij. Een paar ogen kijkt me indringend aan. Wijze ogen. Rustige ogen. Alziende ogen. Ik merk op dat deze ogen al heel wat voorbij hebben zien komen. ‘Hoe lang sta je daar al?’, vraag ik. Er komt geen antwoord, maar het lijkt wel of de blik nog indringender wordt. ‘Wat zie jij dan allemaal? Wat denk jij? Wat weet jij? Wat zou jij doen?’. Op al mijn vragen komt geen antwoord. Onbewogen word ik aangestaard. Een blik zonder oordeel, zonder woorden. 'Wat zie je allemaal door die ogen?', fluister ik nog een keer. De stilte duurt voort en voort.
Soms is 'ik weet het niet' het enige antwoord.
afgestemd. Wat is het
toch dat ik er maar niet uitkom?
Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Alles lijkt al gezegd, alles lijkt al gedaan en toch is de situatie onveranderd. Nogmaals glijdt mijn blik over het weiland, zoekend naar wijze raad. Ik tuur wat in de sloot, hopend op een ingeving. Uiteindelijk sluit ik mijn ogen en luister naar het bos. Naar een kikker die zich - net als ik - warmt in de onverwacht warme zonnestralen van het najaar. Ik hoor ritselende blaadjes, een kastanje die neerploft en een trein die in de verte voorbij gaat. Alles lijkt op elkaar
‘Wie weet wat wijsheid is?’, vraag ik in stilte.
Na een tijdje voel ik dat er naar me gekeken wordt en draai me langzaam opzij. Een paar ogen kijkt me indringend aan. Wijze ogen. Rustige ogen. Alziende ogen. Ik merk op dat deze ogen al heel wat voorbij hebben zien komen. ‘Hoe lang sta je daar al?’, vraag ik. Er komt geen antwoord, maar het lijkt wel of de blik nog indringender wordt. ‘Wat zie jij dan allemaal? Wat denk jij? Wat weet jij? Wat zou jij doen?’. Op al mijn vragen komt geen antwoord. Onbewogen word ik aangestaard. Een blik zonder oordeel, zonder woorden. 'Wat zie je allemaal door die ogen?', fluister ik nog een keer. De stilte duurt voort en voort.
Soms is 'ik weet het niet' het enige antwoord.