Mijn moeder, die volgens mij stiekem heeft gedroomd van een leven in de spotlights, vraagt steevast na het zingen dan: 'Kind, doe je er eigenlijk wat mee?'
Steevast vraag ik dan: 'Wat moet ik ermee doen dan?'
Dan vraagt ze of ik voor publiek zing en dan zeg ik steeds dat ik dat niet doe. Ze is dan elke keer weer een beetje teleurgesteld. In haar ogen moet je vóór anderen zingen. Helaas moet ik haar altijd teleurstellen.
Vandaag zong ik Panis Angelicus. Als ik naar mijn moeder kijk, zie ik dat er tranen over haar wangen rollen. 'Dat zong mijn vader altijd', herinnert zij zich. Mij brengt dit lied altijd naar mijn vaders sterfbed, waarbij mijn moeder en vader dit samen zongen. Zo is mijn vader zingend gaan slapen om kort daarna te hemelen. Een prachtig, liefdevol overgaan.
Moeder is ontroerd en verrast dat ik dit lied nu zing en vraagt zich af hoe dat mogelijk is?
Dan kijkt ze me aan en vraagt weer: 'Kind, doe jij er eigenlijk wat mee?'.
Mijn hart vult zich met liefde als ik naar haar kijk en zeg dan: 'Ja, mam, ik zing omdat mijn hart zingt! Er wordt altijd geluisterd; altijd gehoord. Ik zing voor de wereld, voor vrede en wijsheid. En nu zing ik voor mijn moeder en vader en toevallig vandaag ook voor een Opa,
die ik nooit kende maar die nu dichterbij voelt dan ooit. Zingen voor mijn moeder, dat is toch het belangrijkste publiek dat er is? En ik zing voor
God. Is er een beter publiek dan?'
Dan knikt mijn moeder, goedkeurend en gerustgesteld.
Zij luistert en ik zing.
Intens. Liefdevol. Eenheid. Gebed.
Brood van de Engelen. Daar doe ik het voor.
Panis angelicus
Fit panis hominum
Dat panis coelicus
Figuris terminum
O res mirabilis
Manducat dominum
Pauper, pauper
Servus et humilis
May the Bread of Angels
Become bread for mankind;
The Bread of Heaven puts
All foreshadowings to an end;
Oh, thing miraculous!
The body of the Lord will nourish
the poor, the poor,
the servile, and the humble.
Lees hier mijn blog over mijn moeder en haar ervaring over haar ervaring met dementie en vaccinatie