Kom je thuis na een dag werken en heeft de buurman compleet onaangekondigd een uitbouw neergezet van 2,5 x 3 m. Daglicht, zonlicht, uitzicht in één keer weg…voor een groot deel dan.
Al snel blijkt dat één en ander ‘vergunningvrij’ zou zijn, maar dat neemt voor mijn gevoel niet weg dat enig overleg vooraf toch heel normaal zou zijn geweest. Is dit dezelfde buurman, waarbij ik vorig jaar toestemming vroeg om een vogelkastje op te hangen tegen zijn tuinhuisje? Dit is in ieder geval dezelfde buurman die toen zei dat dit niet mocht omdat anders zijn huisje van binnen vochtig kon worden door die ene spijker. Is dit dezelfde buurman, waarbij ik afgelopen voorjaar toestemming vroeg om een stukje schutting neer te zetten in een hoek waar hij het niet eens zou zien? Het is in ieder geval dezelfde buurman die weigert zijn zes meter hoge uit de kluiten gewassen heg te snoeien omdat hij te groot is geworden. Daarbij komt, hij heeft er zelf geen last van.
Best lastig zo’n situatie. Eigenlijk hebben we nooit een probleem, we vinden elkaar best aardig, hebben geen last van elkaar en je zou kunnen spreken van een goede buur. Wat is dat dan dat zo’n uitbouw van deze omvang dan niet wordt besproken? Ik sprak mijn teleurstelling en verdriet hierover uit, maar demonstratief werden de armen over elkaar heen geslagen en de voeten gekruist op tafel gelegd en al snel werd mij duidelijk dat er voor mijn gevoel, mijn idee, mijn daglicht geen enkel begrip was.
Het is toch vergunningvrij?
Een telefoontje naar de gemeente maakte het ook al niet beter. De dame in kwestie herhaalde maar één ding: er komt morgen iemand ter plekke en dan wordt u morgen teruggebeld. Omdat vandaag een klein stemmetje om 12.00 uur riep, dat er waarschijnlijk helemaal niemand ter plekke zou komen, bel ik nog maar een keertje na. Ik zie mijn opgenomen vrije dag in duigen vallen. Dan begint het er al mee dat je met iemand spreekt die begint te zeggen dat ze maar tot 13.00 uur zijn geopend..en het was tenslotte al 12.30 uur toen ik belde. Daarna kon deze dame nergens antwoord op geven en moest ze alles vragen aan een collega, die er niet was. Wel kon ze me verwijzen naar de site met de mededeling dat ik het bestemmingsplan moest lezen. Onder welke bestemmingsplan onze wijk viel, wist ze dan weer niet. Dat moest ze navragen aan die collega die er niet was en het was nu al bijna 12.40 uur. Na enig aandringen en een kleine vijftien minuten in de wacht te hebben gestaan, meldde ze me tenslotte onder welk plan onze wijk viel en verbrak prompt de verbinding. De tijd dringt: 12.50 uur. Gelukkig kreeg ik haar nog een keer te pakken en ze beloofde me dat de betreffende buitendienstmedewerker mij vandaag nog zou terugbellen en vandaag nog poolshoogte zou nemen. Het is nu 15.45 uur.
Met lede ogen zie ik het monster van de buren groeien, een grauw monster met grijze tentakels, weliswaar een glazen dak, maar met grijze zonneschermen en er komen nog grijze geblindeerde ramen. Mijn ‘goede-buren-gevoel’ neemt af en vertrouwen dat de gemeente komt ook.
Een korte zoektocht via Google levert allerlei regelgeving en gedragsregels op, met op nummer 1:
Buren hebben rechten en plichten ten opzichte van elkaar. Uitgangspunt daarbij is dat buren elkaar geen hinder mogen toebrengen, bijvoorbeeld door zonlicht weg te nemen, trillingen te veroorzaken of stank te verspreiden. Daarom is het verstandig om de (ver)bouwplannen met de buren te bespreken.
Ze hebben dit waarschijnlijk ook wel gelezen en het woordje ‘verstandig’ heeft ze natuurlijk de escape geboden. En ik ben bang dat er voor ons geen ontsnappen meer aan is. Dág Licht! Dág Zon! Dág Uitzicht!