Om acht uur in de ochtend was het aantreden geblazen en met een groep van 15 mannen en vrouwen zaten we allemaal een beetje onwennig en nog wat slaperig op onze stoeltjes, terwijl de instructeur opgewekt, voor mijn gevoel op dit tijdstip een beetje veel tè opgewekt, het dagprogramma uitlegde. Zo begon onze ‘herhalingscursus brandjes blussen’. Een beetje oneerbiedig gezegd, bleek al snel, want de instructeur maakte ons al snel duidelijk dat het een heel serieuze aangelegenheid was.
De mouwen werden opgestroopt en we hezen ons in de BHV-pakken, compleet met laarzen en helm. We zien er in ieder geval indrukwekkend en serieus uit. In kleine groepjes moesten we de zgn. deurprocedure uitvoeren en met diverse brandblussers branden blussen. Ook al zaten er toch wel ervaren BHV-ers tussen, de blunders waren niet van de lucht. Vooral toen één van cursisten de waterslang ter hand pakte en controleerde of er druk op stond….Ja, die stond erop! Ze was alleen vergeten dat ze de slang gericht hield op de instructeur en zijn lieftallige assistente, die beiden de volle laag kregen. Hilariteit alom natuurlijk! En dat je kennelijk niet leert van andermans fouten, bleek al snel toen een andere cursist dit nogmaals dunnetjes overdeed en voordat we het wisten, stonden we allemaal als verzopen katjes te druipen in onze speciale laarzen. Zo'n slang kan best een eigen leven leiden.
Na de noodzakelijke afdroogpauze kregen we praktijkoefeningen in de scenarioruimte om onze daadkracht en optreden in een gevaarlijke situatie te toetsen. De inmiddels zenuwachtig geworden cursisten, overigens variërend van beveiliger tot griffier, kregen allemaal een rol toebedeeld: slachtoffer, BHV-er, coördinator, observator! Rollen die we allemaal met verve uitvoerden (een aantal van ons zou geen gek figuur slaan op het toneel). Dat deze simulatie o zo belangrijk is, bleek wel weer uit het feit dat er – ondanks dat we allemaal wisten dat het een oefening was – toch chaos en paniek uitbrak. De instructeur moest herhaaldelijk ingrijpen omdat we onszelf één voor één in gevaar brachten tijdens onze blus- of reddingsacties omdat de adrenaline gewoonweg door ons lichaam gierde. Dat er zelfs een heel team sneuvelde in ons spel, waaronder notabene de BHV-ers zelf, sloeg toch wel in als een bom! Een beetje lacherig en beschaamd luisterden we naar de evaluatie, waarin niets en niemand werd gespaard, en schoorvoetend moesten we de instructeur gelijk geven dat ‘een herhalingscursus brandjes blussen’ de lading niet bepaald dekt.
De instructeur sloot de ochtend af met de wijze woorden: De letters BHV staan voor
Blijf Heel Veilig.
Ik ga weg met de hoop dat ik nooit een brandje hoef te blussen en met een nòg dieper respect voor de echte Brandweermannen. Dat is geen helm, dat is geen pet, dat is Chapeau!